Het komt nu wel heel dichtbij door Patrick Nederkoorn, regie: Pieter Bouwman, Theater Bellevue Amsterdam, 18 november. Tournee.
****
Het zal er voor de andere museumbezoekers wel een beetje raar hebben uitgezien: een jong stel is in de zaal met Piet Mondriaans Victory Boogie Woogie aan het dansen en zoenen, terwijl de jongen druk bezig is in het broekje van het meisje. Patrick Nederkoorn had als klein jochie naïef aan zijn vader gevraagd wat vingeren is. Het antwoordde luide dat het iets is waar je handen niet voor gemaakt zijn, en moest na dit antwoord meteen zonder eten naar bed.
In het Haagse Gemeentemuseum voelt Nederkoorn zich als een koe die na een lange winter met kinderlijke capriolen de lente-wei in huppelt. Eindelijk vrij. Nederkoorn komt uit een streng christelijk, synodaal gezin uit Amersfoort en werd constant gewaarschuwd voor het morele gevaar uit de hoek van de vele andere protestante afscheidingskerken.
In Het komt nu wel heel dichtbij rekent Nederkoorn af met zijn jeugd. Het is zeker niet het zoveelste, voorspelbare relaas over de breuk met het bedompte gristelijke milieu. Nederkoorn koppelt het heel slim en met heel veel sterke grappen aan de algehele angst voor het onbekende. Argwaan houdt de samenleving in een wurggreep. Met drie vrienden neemt Nederkoorn een onschuldig filmpje op met het gebouw van de AIVD als decor. Ze worden meteen vastgezet en hun antecedenten worden tot in het absurde nagetrokken. Blijkt tot overmaat van ramp ook nog Jason Walters (Hofstad-groep) in zijn klas te hebben gezeten.
Nederkoorn is columnist voor het radioprogramma Met het Oog op Morgen en werkt mee aan het cabaretteam van Spijkers met Koppen. Dat heeft hij te danken aan zijn debuutprogramma Code Rood, waarmee hij zich direct in de categorie ‘grote talenten’ plaatste. Zijn tweede programma zet een vet uitroepteken achter die kwalificatie.