Gerard Cornelisse maakt musical over machinefabriek Stork (Het Parool)


Geplaatst in Theaterreportages/interviews op .

Natuurlijk vindt het interview met producent Gerard Cornelisse plaats in restaurant Stork aan de noordzijde van het IJ. De ruimte heeft een industrieel karakter en de foto’s aan de muur tonen arbeiders in de oorspronkelijke fabriekshal. Ook de redactieruimte van Het Parool zou een goede gespreksplek zijn geweest. Want de voorstelling Stork! Dromen en daden, waar Cornelisse al een jaar aan werkt, gaat over de machinefabriek die niet alleen in Hengelo zo’n belangrijke rol heeft gespeeld, maar ook in Amsterdam. Er zijn hier nogal wat plekken met een Stork/Werkspoor-stempel, waaronder het bedrijventerrein in Noord waar het restaurant nu gevestigd is en het plein op Oostenburg waar het Parool-gebouw staat.
In september is het 150 jaar geleden dat Charles Theodorus Stork zijn machinefabriek in Hengelo opende. Twente, met de belangrijke textielindustrie, was in die tijd het industrieel hart van Nederland en leverde ongeveer 30 procent van het bruto nationaal inkomen. Stork ontwikkelde zich tot de grootste machinebouwer van Nederland. Schepen voeren de wereld over met dieselmotoren van Stork, volledige suikerfabrieken op Java en Cuba en in Mexico en Ethiopië kwamen uit Hengelo. Stork nam vliegtuigbouwer Fokker over en fuseerde met de Amsterdamse machinefabriek Werkspoor. In 1968 vierde Stork haar 100-jarig bestaan met een personeelsfeest in ‘metaalstad Hengelo’ voor 12.000 personen. Tot zover de ‘daden’ in de titel van het stuk.
Cornelisse vertelt hoe het met de ‘dromen’ van de ondernemer C.T. Stork zat, die in tegenstelling tot veel harde industriëlen uit die tijd sociale ideeën wist te combineren met hoge winsten. ‘Hij had als vooruitstrevend liberaal een idealistisch maatschappijbeeld. Hij had het niet over arbeiders, maar over werknemers, omdat hij besefte dat hij die mensen nodig had. Een groot deel van Hengelo is als tuindorp door Stork gebouwd voor zijn werknemers, die een behoorlijk salaris kregen. Ook zorgde hij voor een aardig pensioen, een spaarregeling en een eigen ziekenfonds. Stork had zijn eigen sportclubs, toneel- en muziekverenigingen, twee visverenigingen, een aquariumvereniging en een eigen coöperatieve winkelvereniging. De algemene opvatting was: Werk je bij Stork, dan zit je goed. In ieder geval beter dan bij de gemeente of andere bedrijven. Stork had ook een school opgezet. In de textielfabrieken kon je ongeschoold zijn, maar een werknemer in de machinefabriek had een goede opleiding nodig.’
De Amsterdammer Cornelisse, die voor zijn pensioen als producent Marc-Marie Huijbregts en het duo Theo & Thea onder zijn hoede heeft gehad en onder meer verantwoordelijk was voor de film Antonia, glimt als hij over Stork vertelt. Hij is door de liefde – zijn partner is artistiek manager bij het Wilminktheater in Enschede – zes jaar geleden in Twente terecht gekomen. Hij heeft zich sindsdien met allerlei historische massa theaterproducties bemoeid als een soort van Twentse inburgeringscursus. ‘Ik ben een bekeerling en een halve onderwijzer, die het mooi vindt om het Twents zelfvertrouwen en historisch besef te bevorderen.’ De voorstelling over Stork is nu zijn derde, en hij heeft nog idee over de sociale geestelijke Alphons Ariëns, en dan is het kwartet voltooid.
Voor de voorstelling op het voormalig Stork-terrein heeft hij vier ton subsidie bij elkaar gesprokkeld, maar hij heeft in de vijf weken waarin Stork te zien is ook 25.000 toeschouwers nodig om de kosten te dekken. Dat aantal komt al aardig in zicht, ook al kost een kaartje 55 euro. Maar daar heb je dan ook een overrompelende muziektheatershow voor en een driegangenmaaltijd, die aan tafels van tien gezamenlijk wordt gegeten. Die maaltijd moet vooral een saamhorigheidsmoment worden met het ophalen van herinneringen. Voor de minder draagkrachtige bezoeker, die bekend is bij de Sociale Dienst, kan het dinergeld worden betaald door 2000 sponsors die 1000 euro voor hun kaartje neertellen.
Is het script één groot succesverhaal?
Cornelisse: ‘Allerminst. Er is inmiddels van Stork in Hengelo vrijwel niets over. We zien een klagende arbeider, die hoopt dat de oude Stork weer terugkomt. Dat gebeurt ook, maar niet om weer een bedrijf te beginnen, maar om de arbeiders aan te zetten om zelf initiatieven te nemen. Ze moeten de wereld in, zoals Stork dat ook gedaan heeft. Neem je bed op en wandel. Je moet niet blijven wachten, dan vergaat het je zoals de PvdA en dan verdwijn je uiteindelijk. En ondertussen is er natuurlijk ook nog een Romeo en Julia-element, anders lukt zo’n spektakel niet. Iemand uit de Stork familie met een arbeidersmeisje. Tsja, dat bleef toch moeilijk.’
Naast enkele professionele acteurs, zoals Han Oldigs en Laus Steenbeeke, en wat beroepsmuzikanten werkt regisseur Jasper Verheugd, die samen met Jaap Scholten ook het script heeft geschreven, met ongeveer 500 vrijwilligers aan deze megaproductie, waaronder vijf blaasorkesten uit de regio.
Cornelisse: ‘Er lopen in Amsterdam zoveel mensen rond die op een of andere manier een band met Stork hebben. Het is nationale geschiedenis. De streek tussen Hengelo en Almelo van toen kun je vergelijken met de huidige Amsterdamse Zuidas. Als je dat beseft en je houdt van theaterspektakel, dan kunnen 140 kilometer naar Hengelo toch geen belemmering vormen.’

Stork!
Van 22 augustus t/m 22 september op het voormalig Stork-terrein in Hengelo
stork150jaar.nl