The Book of Mormon: Fuck you, God


Geplaatst in Theaterreportages/interviews op . Gepubliceerd in: Het Parool

The Book of Mormon  Photo Credit: Julieta Cervantes

De Ugandese dorpelingen hebben het zwaar. De wrede lokale militaire leider General Butt-Fucking Naked terroriseert het dorp, aids heeft al vele slachtoffers gemaakt, malaria, de regen blijft uit, en de meisjes zijn als de dood voor hun besnijdenis, die weinig secuur wordt uitgevoerd. Ondanks alle ellende hebben ze wel een manier gevonden om hun frustraties af te reageren: de handen gaan ten hemel en iedereen schreeuwt ‘Hasa Diga Eebowai.’
Twee keurig gekapte mormonen, die in Afrika de Blijde Boodschap van Christus komen brengen, willen wel meegaan in de lokale traditie en aangezien hun bagage is gestolen, het vliegtuig overvol was en de bus te laat, roepen zij ook enthousiast ‘Hasa Diga Eebowai.’ Totdat zij vragen wat die kreet eigenlijk betekent, en dat blijkt Fuck you, God te zijn.
Het gaat er pittig aan toe in The Book of Mormon. Dat is niet echt een verrassing als je weet dat de muziek en teksten geschreven zijn door Matt Stone en Trey Parker, de makers van de weinig zachtzinnige animatieserie South Park, in samenwerking met Robert Lopez, het brein achter de ook niet echt zoete musical Avenue Q.
The Book of Mormon opende in 2011 op Broadway, werd overladen met Tony Awards, onder andere voor beste musical, beste libretto, beste regie en beste muziek, en is een hit in elk land waar de voorstelling neerstrijkt. Inmiddels is de show al door bijna elf miljoen mensen wereldwijd bekeken en is al een kleine zeshonderd miljoen dollar binnengehaald. Die getallen worden weer wat groter nu de musical van 26 september tot en met 27 oktober in Carré te zien zal zijn in het kader van de serie ‘Broadway aan de Amstel’, met een volwaardige Broadway cast.
In South Park zijn Stone en Parker al eens eerder te keer gegaan tegen de mormonen, oftewel de leden van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, met het hoofdkwartier in Salt Lake City in de Amerikaanse staat Utah. Maar de musical is meer dan puberaal schoppen tegen die godsdienst. Kevin Clay, die een van de jeugdige mormonen speelt die op bekeringsmissie in het Ugandese dorp terecht komt, zei in een interview: ‘Als je aanleg hebt om je gekwetst te voelen, dan zal dat zeker lukken met deze voorstelling, want we maken bepaalde aspecten van de godsdienst belachelijk. Maar het verhaal gaat verder dan shockeren om te shockeren. We laten ook zien dat geloof een positieve rol kan spelen binnen een gemeenschap.’ Matt Stone noemde de voorstelling zelfs ‘een liefdesbrief voor godsdienst van een atheist.’
Clay als de arrogante, betweterige Elder Price en Conner Peirson als de stuntelige Elder Cunningham, zijn de wereld in gestuurd om het Boek van de Mormomen te promoten. Dat zou je het derde deel van de Bijbel kunnen noemen met een hoofdrol voor de profeet Joseph Smith die in de negentiende eeuw in de Verenigde Staten een direct lijntje met God zou hebben gehad.
Vanuit de mormoonse kerk is onverwacht ontspannen op de musical gereageerd. In sommige programmaboekjes wordt door de kerk luchtigjes geadverteerd en de nuchterste reactie op de musical was: het boek is beter. Clay, die in zijn ‘uniform’ oogt als een menselijke Ken-pop: ‘Ik vermoed dat de volgelingen van de islam zich in een vergelijkbare situatie niet zo rustig zouden hebben gehouden.’
Niet alleen het verhaal, maar ook de muziek en dans van The Book of Mormon zitten knap en opwindend in elkaar. Het is een verrassende verzameling tap, swing, jive, disco, Afrikaanse ritmes, maar er lopen ook lijntjes naar het klassieke Amerikaanse musicalrepertoire van Rodgers & Hammerstein, en soms alles binnen één nummer. Sinds The Producers, de musical van Mel Brooks met een bizarre Hitler verheerlijking, is het Broadway niet meer gelukt om inktzwarte narigheid als babyverkrachting en aids zo zonnig te brengen, waardoor je zowel verward als opgetogen de zaal verlaat. De misère in Afrika wordt misschien wat al te stereotiep gebracht, maar het schiet nergens door naar neerbuigendheid.
De musical opent met een vrolijk rondo, waarin de mormonen-missionarissen van deur naar deur gaan, het Hasa Diga Eebowai-lied is hilarisch, en in Turn it off gaan de makers op een opgewekte manier op de gevoelige toer. In dat lied wordt de methode uitgelegd hoe mormonen onwelkome gevoelens, zoals homoseksuele neigingen, kunnen verdrijven: zoals je het lichtknopje omzet. ‘It’s bad to lie, but it’s also wrong to be gay, so simply…turn it off.’
Tussen de vele ongevaarlijke, risicoloze shows die op Broadway te zien zijn is The Book of Mormon een ware verademing, en wat een mazzel dat deze parel nu gewoon om de hoek te zien is.