Als een cabaretier/kleinkunstenaar een blik werpt op de speellijst van Stef Bos (Veenendaal, 1961) zal hij een zeker gevoel van jaloezie nauwelijks kunnen onderdrukken. Want naast eerbiedwaardige theaters in Nederland en Vlaanderen doet Bos ook jaarlijks een aantal podia in Zuid Afrika aan.
De Vlaamse connectie komt uit de jaren tachtig, toen Bos studeerde aan de Antwerpse kleinkunstacademie Studio Herman Teirlinck. Door een samenwerkingsproject met de befaamde Zuid Afrikaanse protestzanger Johannes Kerkorrel begin jaren negentig kwam Bos in Zuid Afrika terecht. Dat land stond toen op de drempel van een nieuw tijdperk na de Apartheidsdictatuur en Bos dompelde zich onder in de nieuwe cultuur en kon op deze manier ook zijn eigen wortels onderzoeken.
Vanuit Zuid Afrika meldt Bos: ‘Sommige mensen kunnen een stevige zelfreflectie ontwikkelen vanuit een ligstoel in de tuin. Ik ben van het soort dat zich moet verplaatsen om op afstand te kunnen zien waar ik vandaan kom en wie ik ben. In Vlaanderen en Zuid Afrika spreekt men een taal die verwant is aan mijn moedertaal. Ik kon deze mensen verstaan maar moest wel van nul af ze leren begrijpen. Dat relativeert je eigen gelijk en culturele perceptie behoorlijk en ook je smaak en denkrichting. Ik ben overal een relatieve buitenstaander en wordt niet afgeleid door het nieuws van de dag. Zo kan ik de grote lijnen beter zien. Inmiddels vloeien de drie culturen naadloos in elkaar over.’
Is het voor een maatschappijkritische Nederlander niet lastig om in Zuid Afrika te verblijven?Ook het ANC heeft niet voor het paradijs op aarde gezorgd.
‘Het raakt mij als ik in Kaapstad langs de krotten van het township Khayelitsha rijd. Zeker als je bedenkt dat een ander deel van de zwarte bevolking in de ban is geraakt van het ultra-kapitalisme dat onder het ANC alle kansen heeft gekregen. Daar doe ik verslag van in mijn liedjes, zoals Tydbom. Tegelijkertijd zie ik wat er in Nederland gebeurt. Het is historisch gezien nogal pijnlijk met onze kritiek op de Apartheid dat we nu gewend zijn geraakt aan een soort taal waarbij mensen makkelijk weggezet worden op grond van cultuur en afkomst.’
In tegenstelling tot voorgaande shows met een begeleidingsband is zijn huidige voorstelling Solo veel soberder. Het biedt de mogelijkheid om te experimenteren met stand up comedy en acteren. Uitgangspunt van de voorstelling is dat de mens deel uitmaakt van de grote keten. Het feit dat Bos vader is geworden heeft daar natuurlijk mee te maken.
Het vaderschap heeft hem niet milder gemaakt, maar nog bewuster. ‘Ik voelde me ongemakkelijk in de jaren negentig toen het neoliberalisme overal als een gouden kalf werd binnengehaald terwijl ik voortdurend het gevoel had: Dit hadden we toch niet afgesproken,we zouden toch voor een samenleving gaan waar de verbeelding aan de macht zou zijn en niet alleen het geld.
‘Inmiddels krijgen we de boemerang terug van die tijd en voel ik me minder ongemakkelijk omdat in elk geval de dingen aan het licht komen. De etter wordt zichtbaar, de wond is opengebroken. Het wordt weer tijd om stelling te nemen op een constructieve manier. Om te zeggen waar je voor bent in plaats van tegen. Als je dat gevoel op een zaal kunt overbrengen gaan mensen met levenslust en vechtlust de zaal uit.’
Stef Bos: Solo
Koninklijk Theater Carré, 27 maart 2012