Vrijwel iedereen erkent de status van Carré als hét theater voor het circus, de musical, revue en de grote cabaretnamen. Carré heeft een minder bekend verleden als een van de oudste filmtheaters in Nederland.
Op 20 augustus 1898 krijgt het publiek, als bonus op de variétévoorstelling van het gezelschap van Oscar Carré, na de pauze levende beelden op een groot scherm te zien. Verantwoordelijk voor deze noviteit is de Berlijnse zakenman Leo Levin die een verbeterde versie heeft gemaakt van de kinetoscoop, de eerste filmprojector van Thomas Edison. The American Biograph van Levin laat het verbaasde publiek genieten van beelden van de inhuldiging van Koningin Wilhelmina, een redding van schipbreukelingen of beelden van New York vanaf de Brooklyn Bridge. Negen maanden duurt dit combinatiefeest van variété en Journaal-achtige filmbeelden. De kwaliteit is krakkemikkig, het apparaat maakt een hels kabaal en loopt regelmatig vast, maar het publiek is dolenthousiast.
De komende zomer wordt teruggegrepen op dat fenomeen. Adjunct directeur/programmeur Wim Visser vreesde voor een gat in de zomerprogrammering nu producenten het lieten afweten omdat ze de concurrentie met het EK voetbal en de Olympische Spelen niet aandurfden. Toen kwam het idee om Carré, net als 114 jaar geleden om te toveren tot een filmtheater. Elke dag wordt een film vertoond, die gebaseerd is op een toneelstuk, zoals Who’s afraid of Virginia Woolf, of musical, zoals Jesus Christ Superstar of West Side Story.
Voor het middagpubliek wordt alleen de film gedraaid, maar het avondprogramma wordt uitgebreid met een gesprek met een huidige musicalster, zoals Chantal Janzen of Stanley Burleson. Deze vertelt wat de betreffende film voor hem/haar heeft betekend. Geen historische inleiding, maar een sociaal, persoonlijk verhaal om de film heen, waardoor niet alleen de filmliefhebbers maar ook de fans van de sterren naar Carré zullen worden getrokken.
CARRÉ VERTOONT THEATERFILMS IN DE ZOMER
Geplaatst in Theaterreportages/interviews op . Gepubliceerd in: De Krant van Carré‚ nr 3 juni 2012