Dat vinden jongens leuk is de winnaar geworden van de Annie M.G. Schmidtprijs 2005.
Medy van der Laan, staatssecretaris van OCW, reikte gistermiddag in het Amsterdamse Theater Bellevue de prijs voor het beste theaterlied van het afgelopen seizoen uit aan Jeroen van Merwijk, tekstdichter, componist en uitvoerende van het lied. De prijs bestaat uit een bronzen borstbeeld van Annie M.G. Schmidt en een bedrag van 3500 euro. De jury, met onder meer Frits Spits en Jacques Klöters, heeft dit jaar voor een klassiek cabaretlied gekozen: ambachtelijk geschreven, met een scherpe opvatting. Het nummer komt uit het programma Ik ben blij dat ik mezelf niet ben.
De laureaat was in het zwart gekleed in verband met het overlijden van Gerard Reve. Hij benadrukte dat veel cabaretiers, zoals Hans Dorrestijn, Diederik van Vleuten en niet te vergeten Van Merwijk zelf, schatplichtig zijn aan de volksschrijver, met zijn ironische toon en het zorgvuldig taalgebruik.
Van Merwijk is een van de initiatiefnemers van Nieuw Elitair Elan, die het banale televisie-aanbod wil verrijken met intelligente programma’s. Daarom werd het hem vanuit de zaal luidruchtig ingewreven dat hij zich nu uitvoerig door de media-staatssecretaris liet zoenen.
Het oeuvre van Van Merwijk is een grote aanklacht tegen het beperkte geestelijk niveau van de gemiddelde mens in het algemeen en de gemiddelde man in het bijzonder. In het winnende lied bezingt Van Merwijk de geneugten van jongens. Het begint tamelijk onschuldig met ‘papieren pijltjes door een keukenraam’ en ‘grapjes op een achternaam’. Per couplet zinken we dieper in de zwarte ziel van de jongens, die het liefst ‘samen naar een oorlog gaan, met allemaal dezelfde pakjes aan. Lekker doen wat je nooit eerder hebt gedaan, met je voortplantingsorgaan.’ Ten slotte kerft de jongen zijn eigen naam in een vrouwenrug, ‘of een zelfverzonnen spreuk…dat vinden jongens, altijd, overal leuk.’