Pater Moeskroen: XX deel 1. DZV-Records
****
Het pretnummer Laat maar waaien op de jubileum-cd van Pater Moeskroen (in januari 1986 was het eerste optreden in een kroeg in Amersfoort) is nog het duidelijkste restant van de oude band: feestmuziek waar iedereen ongegeneerd doorheen kan drinken en praten. Later schreef de groep teksten die er meer toe doen, met als inhoudelijk hoogtepunt Dat komt ervan, waarin nationalisten die ‘een lap aan een paal’ vereren in de hoek worden gezet. Een zin als ‘Ik werd onbevlekt gevangen door haar ogen’ uit het gospel-liefdeslied Halleluja! mag worden ingelijst. Ook de muziek kreeg na 10 jaar een subtiliteits-injectie, zonder dat de folk-vrolijkheid vaarwel werd gezegd. Pater Moeskroen maakt gebruik van Ierse klanken, maar je wordt er niet horendol van. Soms heeft het de melancholie van Fairport Convention, en soms lijkt het of je dertig jaar na dato naar een Nederlandse versie van Jethro Tull luistert, met Jeroen Goossens in de rol van Ian Anderson. Goossens, ex-Flairck, krijgt welluidende klanken uit elk mogelijk blaasinstrument. Moeskroen is nog steeds een live band bij uitstek, maar op cd klinkt het inmiddels net zo fijn.
Lenette van Dongen: Lenette zingt Rafels. Shakti.
***
In het theater zag het er wat steriel uit, maar het repertoire van Rafels is met liefde uitgezocht en wordt vol inleving gezongen door Lenette van Dongen. Dat geldt met name voor de nummers van Nederlandse grootheden als Maarten van Roozendaal, Jeroen Zijlstra en De Dijk. Haar stemt kleurt ook fraai met de pittig-zwoele mediterrane composities, waarbij de begeleiders, met name de jazzy snarenheren, voor een warme bedding zorgen. De missers zitten bij de Engelstalige stukken van Stevie Wonder en Alanis Morisette. Mary Jane wordt veel te netjes, veel te braaf gezongen. Daar zit de verontwaardiging en de compassie van het origineel nauwelijks in.