Wim Kan: ‘Een werkelijk talent heb ik niet kunnen ontdekken.’


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

Wim Kan liet in 1959 in een briefje aan ‘mejuffrouw De Jong’ weten dat hij haar geen engagement bij zijn ensemble kon aanbieden. Na de auditie schreef de meester streng: ‘Een werkelijk talent heb ik niet kunnen ontdekken.’
Jasperina de Jong heeft daar later nooit zuur of rancuneus over gedaan. Sterker nog, zij heeft altijd volmondig erkend dat zij het ook niet altijd even scherp heeft gezien. Zo zag zij niet veel in Kees van Kooten, die een korte tijd bij Cabaret Lurelei speelde, waar Jasperina de Jong de grote ster was. Met Van Kooten is het niet slecht afgelopen. Met Jasperina de Jong ook niet. Van haar is zojuist Portret verschenen, een carrière overzicht op 6 dvd’s.
Lurelei, het groepje van pantomimespeler Eric Herfst, onderscheidt zich aanvankelijk nauwelijks van de vele andere enthousiaste, studentikoze gezelschappen rond 1960. Met de komst van Jasperina de Jong en tektschrijver Guus Vleugel komt de groep in de eredivisie en zal Lurelei de norm worden voor de komende generaties cabaretiers. Op een intelligente, literaire manier wordt het tegengeluid in de samenleving verwoord. Lurelei heeft het geluk dat er veel interessante, maar vrijwel genegeerde onderwerpen zijn waar Vleugel zijn tanden in kan zetten. Godsdienst, het koningshuis en seks zijn aantrekkelijke maatschappelijke taboes, en er zijn nog geen talkshows op televisie of columnisten die het gras voor de satirici wegmaaien. Gemeenteraadslieden en politiefunctionarissen bezoeken theatervoorstellingen om te kijken of men niet over de schreef gaat. Voor televisie-uitzendingen is men in de jaren zestig nóg voorzichtiger. Zo wil de VARA het nummer Call girl, waarmee Jasperina de Jong in 1962 een aanmoedigingsprijs voor jonge cabaretiers heeft gewonnen, niet uitzenden. De VPRO durft het wel aan, maar alleen nadat dominee Spelberg de kijkers goed heeft voorbereid: ‘Deze jonge vrouw belt in haar radeloze eenzaamheid de brandweer, het nummer van het weerbericht of de tijdmelding. Hier past menselijk mededogen.’
Nadat zij, met haar in 1985 overleden echtgenoot Eric Herfst en Vleugel, Lurelei op sleeptouw heeft genomen, maakt Jasperina de Jong eind jaren zestig als solist de overstap naar de grote zalen. Daarmee is zij het traditionele cabaret, zoals cabaretprofessor Wim Ibo dat graag ziet, op het eerste gezicht ontrouw. In een interview dat op een van de dvd’s te zien is, zegt zij op de haar bekende enigszins nuffige toon: ‘Ja, Wim Ibo, dat is een klein zaaltje met een ietwat valse piano. En dan je gedichten voordragen en cabaretliederen zingen in een zwarte jurk met een zilveren ketting.’ Maar wie het post-Lulerei repertoire beluistert – eerst nog met Guus Vleugel als tekstdichter, en vanaf 1976 met Ivo de Wijs, en componist Joop Stokkermans – hoort dat De Jong haar cabaret/kleinkunst-achtergrond nooit heeft verloochend. Het gaat altijd om het menselijk tekort en de problemen waar politici te weinig oog voor hebben. Later zijn daar de gevoelige liefdesliedjes van Ivo de Wijs bijgekomen, ook al is De Jong nooit de artiest van de persoonlijke ontboezemingen geworden. Ze heeft altijd afstand bewaard tot de pers en haar publiek. Na de voorstelling trekt ze de deur van de kleedkamer achter zich dicht en is ze kwijt wat er die avond is gebeurd. Dat wil niet zeggen dat ze niet betrokken is bij de onderwerpen die ze bezingt, maar zij is in de eerste plaats een professional. Je zult geen tranen over haar wangen zien rollen. Een extra trilling in de stem vindt ze ordinair.
Door het hoge, literaire niveau van haar tekstdichters, de smaakvolle muziek, en de geweldige presentatie van De Jong – loepzuivere stem, elk woord verstaanbaar, ook al gaat het razendsnel, zoals in De Minutenwals – hebben ook de meeste oude nummers nog niets van hun waarde verloren. Jasperina de Jong heeft zelf geen teksten of muziek geschreven, maar zij weet een nummer tot aan de leestekens naar haar hand te zetten. Zonder grote gebaren. Een meewarige blik is al voldoende om in Het Interview de journalist die het beginnende zangeresje ironisch heeft beschreven, neer te sabelen. Haar subtiele intonatie in Veenbrand verraadt een intens gelukkige, verliefde vrouw.
De box is niet alleen de geschiedenis van Jasperina de Jong en het artistieke team om haar heen, maar ook de geschiedenis van de omroepen. Heel irritant hoeveel er is gewist, omdat videobanden eind jaren zestig zo duur waren. Aan de andere kant prachtig dat er toch nog zoveel bij het Instituut voor Beeld en Geluid te halen is. Zo is de artistiek hoogstaande, maar commercieel geflopte musical Fien (over filmdiva/cabaretière Fien de la Mar), die door de KRO in vier delen is uitgezonden, integraal te zien. De box laat zien dat de KRO niet kinderachtig was in de Van Agt-jaren zeventig om de katholieke moraal op de hak te laten nemen in nummers als Abah abortus of Roll another one, met de dope rokende non.
De box is de eerste in een Portret-dvd-serie, net als de befaamde Portret-cd-serie samengesteld door Hubert Poell en Hilde Scholten. Wie de 108 liedjes en sketches, 2 complete musicals, 4 integrale tv-shows en een aantal interviews wil doornemen, is een paar dagen onder pannen. Maar daar zit vrijwel geen vervelend moment bij.

Jasperina de Jong: Portret
Brigadoon/Flow Records € 65,-