Hudatso door Reinder van der Naalt, De Meerse Hoofddorp 24 januari. Tournee.
Rechts op het podium staat een gigantische trommel opgesteld. De cabaretier zit op een Oosters meditatie-kleedje en blaast op een schor klinkende fluit. Een beetje lang, maar wel intrigerend. Elk ogenblik verwacht je dat de fluitist het instrument uit de mond zal nemen, terwijl het fluiten gewoon doorgaat. Het is ten slotte Reinder van der Naalt, grappenmaker.
Maar nee, hier zit geen koddigheid verborgen. Hij vertelt iets over het Japanse blaasinstrument, en de Nederlandse invloed op de Japanse taal (de woorden voor matroos, koffie en ham klinken behoorlijk Nederlands). Het is kalm, maar niet kabbelend. De Oosterse ingrediënten passen bij een man die een tijdje het cabaretwerk zat was en zich in een jaartje vrijaf weer heeft opgeladen.
Van der Naalt is altijd een druktemaker geweest, maar Hudatso is ondanks de vitaliteit een rustig programma, omdat hij de lach niet meer (zoals vroeger) forceert. Én het is opmerkelijk geestig. De vooruitgang bij Van der Naalt is enorm. Lange tijd kon hij op z’n best worden omschreven als een 2e rangs Herman Finkers, een koldercabaretier die weinig tot niets te zeggen had. Het jaar rusten heeft de voormalige computerdeskundige en natuur- en wiskundedocent goed gedaan. Hij heeft om zich heen gekeken en naar zichzelf. Hij wisselt ironie, sarcasme en eendimensionale grappen over therapie en doordeweekse activiteiten keurig af.
Na de pauze ontpopt hij zich als een cabaretier die goed kan analyseren, en met een vrolijke act duidelijke punten scoort. Zoals het verhaal over de Open Avond in het clubhuis van de Limburgse Hell’s Angels en de veranderde sfeer op straat waardoor hij zich als homoseksueel niet meer zorgeloos kan gedragen in Amsterdam.
Sociaal engagement, Oosterse filosofie, humor en Hollandse nuchterheid hebben zelden zo’n aantrekkelijke combinatie gevormd.