Ghoema is sociaal historisch statement over het Afrikaans


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

Z’n vrienden dachten dat hij gek geworden was. David Kramer kon eind jaren zeventig het verstikkende Zuid Afrikaanse Apartheids-klimaat ontvluchten en een bestaan opbouwen in de Verenigde Staten. Ofschoon zijn werkelijke ambities in de muziek lagen, verdiende hij zijn brood in een textielfabriek in North-Carolina, een mooie baan voor iemand met een studie textielontwerpen achter de rug.
Al snel merkte hij dat het land van zijn muziekidolen Woody Guthrie en Bob Dylan hem niet kon bekoren. Kramer vreesde dat hij een kloon zou worden van Amerikaanse folkzangers, en verhalen zou vertellen die niet bij hem hoorden. En daarbij verschilde North-Carolina nauwelijks van het racistische Zuid Afrika. Welvarend en veilig, maar ongelukkig in de Verenigde Staten. Dan maar liever terug naar Zuid Afrika.
Uiterst gemotiveerd wierp hij zich bij thuiskomst op de muziek en het theater. Op een wrakkige fiets trok hij met zijn gitaar door het land om de cultuur van zijn eigen land op te zuigen. Zanger/komiek/schrijver Kramer behoort al jaren in Zuid Afrika tot de culturele top die de veilige middenweg schuwt. De komende drie weken is de musical Ghoema, die Kramer schreef met Taliep Petersen, te zien in Nederlandse theaters.
Als hij het restaurant in Kaapstad binnenkomt kijkt iedereen even om naar die man met dat bekende net iets te kleine hoedje en brede grijns. Twintig cd’s, zeven musicals, waarvan enkele in het Londense West End en op Broadway te zien zijn geweest, een lading muziekonderscheidingen en dertien jaar het gezicht van de Volkswagenbusje-reclame, het is moeilijk om Kramer niet te herkennen. In Zuid Afrika is hij alweer een paar theaterproducties verder, maar hij hoopt vurig dat zijn succesmusical Ghoema in Nederland zal aanslaan. Ghoema is het verhaal van de Zuid Afrikaanse slaven, die in dienst van de VOC hebben gezwoegd. Maar er komt geen Nederlandse bruut in voor. Wel liedjes die zelfs in Nederland al bijna vergeten zijn, zoals Een meisje loos, en Als is onze Prinze over Willem van Oranje. Die nummers zijn jaarlijks nog te horen tijdens de wedstrijden van de grote Maleisische koren in Kaapstad, waar duizenden mensen op afkomen. ‘De Boeren in Zuid Afrika hebben misschien genetisch een duidelijke band met Nederland, de culturele band die nakomelingen van de slaven met Nederland hebben is veel sterker. Ghoema is geen aanklacht met de zwarten in de slachtofferrol, maar een feest van de slavencultuur, hun muziek en het Afrikaanss, het verbasterde Nederlands waarmee de slaven met elkaar communiceerden.’
In 1976 stond het township Soweto in brand. Zwarte scholieren weigerden het Afrikaans op school te gebruiken. Dat was voor hen de taal van de racistische Nasionale Partij. De politie opende genadeloos het vuur. ‘Die aversie tegen het Afrikaans heeft met de moderne Apartheids-geschiedenis te maken. Ik ben blij dat ook die Soweto-generatie nu ziet dat het Afrikaans de taal van de onderdrukten is en niet van de onderdrukkers. Het is een feel-good musical, maar niet van de oppervlakkige vrolijkheid van Abba. Dit verhaal kan helpen om de identiteit van zwarten en kleurlingen op te bouwen.’
Het sociaal-historische statement over het Afrikaans werd van Kramer geaccepteerd, omdat hij sinds de jaren zeventig veel krediet heeft opgebouwd. Bijvoorbeeld door de heftige musical District 6 uit 1987 over de deportatie van zwarten en kleurlingen uit de levendige, gemengde wijk in Kaapstad. Het land stond in brand, de noodtoestand was uitgeroepen, maar het theater bleef open.
District 6 is een van de producties die hij met componist Taliep Petersen heeft gemaakt. Petersen werd vorig jaar, vlak na de première van Ghoema in Londen, in zijn woning in Kaapstad vermoord. Aanvankelijk leek het alsof hij bij een gewelddadige inbraak was omgekomen, inmiddels is zijn vrouw op verdenking van moord vastgezet.
Kramer groeide op in een aangeharkt stadje buiten Kaapstad, waar de blanken aan de ene en de zwarten en kleurlingen aan de andere kant woonden. Hij beschreef die wereld in liedjes die op de Zuid Afrikaanse radio niet gedraaid mochten worden. Net als een aantal geestverwanten, zoals Pieter Dirk Uys maakte hij gebruik van de tweeslachtige houding van de overhoud tegenover kunstenaars. ‘Zo lang je maar niet echt tot revolutie opriep kon je in het theater ver gaan. Theater werd als een tamelijk ongevaarlijke blanke bezigheid gezien, waarmee de massa toch niet bereikt werd. Men was veel te druk bezig om mensen in de townships neer te schieten om zich zorgen te maken over het theater. Toch hebben ze zich vergist. Het theater heeft wel degelijk meegewerkt om het klimaat te veranderen.’

De tournee van Ghoema begint woensdag in Hoogeveen (De Tamboer) en loopt tot 11 oktober. De Nederlandse première is op 25 september in Rotterdam (Oude Luxor). Voor meer informatie: www.bostheaterproducties.nl