Beatrix moest wel even slikken bij Julia


Geplaatst in Theaterreportages/interviews op .

Toen prinses Beatrix afgelopen zaterdagavond de Amsterdamse Stadsschouwburg juliana-afbeeldingbinnenstapte moet ze even het idee hebben gehad dat ze zojuist met het vliegtuig op Zanderij was geland. Ze liep door een erehaag van Surinaams-Nederlandse marechaussees en landmacht militairen en werd toegezongen door een Surinaams koor, gekleed in feestelijke koto. Beatrix was eregast bij de voorstelling Juliana, moeder van het volk door Stichting Julius Leeft.

Die stichting is tien jaar geleden door John Leerdam opgezet om op theatrale wijze de plus- en minpunten in de relatie tussen Nederland en de voormalige koloniën te belichten. Dat gebeurt in jaarlijkse (voorlees)voorstellingen die slechts een paar keer worden gespeeld. Vijf jaar geleden was Prins Claus het onderwerp, voor het tweede lustrum heeft Leerdam voor Juliana gekozen, die haar liefde voor Suriname en het Surinaamse volk nooit heeft verborgen. Terwijl moeder Wilhelmina het haar afraadde en zelf nooit de oversteek heeft gemaakt, bezocht Juliana in 1955 Suriname.Persfotos-Juliana_John-Leerdam_julius-Leeft_fotografie-Jean-van-Lingen06-691x463

Nadat Leerdam de prinses tegen middernacht naar de uitgang had begeleid vertelde hij dat Beatrix en de RVD niet het gehele script hadden gelezen voordat zij op de uitnodiging was ingegaan. Dan zal het voor haar waarschijnlijk toch wel even slikken zijn geweest, want Juliana is zeker geen Oranje hagiografie geworden. Vooral als de joodse Nederlander – gespeeld door Job Cohen – die de oorlog heeft overleefd zijn gal spuit over Wilhelmina die in haar tientallen toespraken vanuit Londen vrijwel geen aandacht aan de joodse ellende heeft besteed, wordt het wel heel stil in de zaal. En dat Juliana vervolgens gratie verleent aan Duitse oorlogsmisdadigers, valt bij hem ook niet in goede aarde. Cohen besluit zijn tirade met Vive le President! Ook Soekarno en een radicale Molukker en Surinamer gaan er met een gestrekt been in: ‘Het goud van uw kroon, van uw koets en van uw vullingen is uit Suriname gestolen.’

Naast professionele spelers en muzikanten bestaat de zeer uitgebreide cast zoals gebruikelijk bij Julius Leeft uit podiumamateurs en bekende gezichten uit het bedrijfsleven, het amusement en de politiek. Zo zagen we onderwijsminister Jet Bussemaker als Eleanor Roosevelt en leverde voormalig CDA Tweede Kamerlid Kathleen Ferrier een puike en grappige versie van de Indiase premier Indira Gandhi.

Vooral de aanwezigheid van Ferrier was interessant, omdat haar vader, de eerste president van Suriname, een bijzondere band had opgebouwd met Juliana, die zowel voor zijn charme als wijsheid was gevallen. Sterker nog, Manoushka Zeegelaar Breeveld schreef een nauwelijks verholen liefdesscène met Johan Ferrier (innemend gespeeld door Kenneth Herdigein) en Juliana (iets te breekbaar gespeeld door Paulette Smit), die je ziet denken: ‘Wat een man, ja zo kan het dus ook, in plaats van mijn echtgenoot die zegt dat liefde in een huwelijk zo overgewaardeerd is.’

We horen weliswaar geen nieuwe details over het leven van prins Bernhard, maar de schrijvers hebben zijn dochter geen puur amusante avond voorgeschoteld. Bernhard, die niets moest hebben van ‘die pacifistische prietpraat’ van zijn vrouw, komt er ongenadig slecht van af. Ook Beatrix zelf wordt in tegenstelling tot haar moeder als een afstandelijke vrouw neergezet. Juliana wilde iedereen aan haar borst drukken – ze wilde zelfs een brief schrijven naar de moeders van de Molukse treinkapers, waar Joop den Uyl een stokje voor heeft gestoken – terwijl Beatrix het koningschap als een professionele baan zag en niet als uitvergroot moederschap.Manoushka-Zeegelaar-Breeveld

Ondanks de pittige inhoud van het stuk was Beatrix volgens Manoushka Zeegelaar Breeveld was Beatrix uiterst lovend. ‘Misschien uit goed fatsoen, maar op mij kwam ze heel oprecht over.’ Leerdam voegt daar aan toe: ‘Beatrix had een aantal keren een brok in de keel, bijvoorbeeld bij de begrafenisscène.’ Leerdam had daarvoor hetzelfde koor op het podium gehaald dat ook op de echte begrafenis Wi Tati (Onze Vader) heeft gezongen. Dat Surinaamse koor was een van de begrafeniswensen van Juliana, die ook een vrouwelijke dominee wilde. Na deze voorstelling kan zelfs een verstokte republikein alleen maar concluderen dat we het met Juliana niet zo slecht hebben getroffen.