Benny Neyman, zanger van hits als Ik weet niet hoe (1980), en Waarom fluister ik je naam nog (1985) is overleden. Bij hem was kort geleden een agressieve vorm van kanker in zijn botten en ruggenmerg geconstateerd. Vorig jaar oktober kwam Neymans laatste album Onverwacht uit. Dit keer geen liefdesliedjes met een beetje dramatiek en een melancholieke Griekse melodie, maar meer een mengeling van Astor Piazolla en Pierre Kartner. Het leek een verrassend en optimistisch slot van een bizar jaar, waarin hij tweeënhalve maand zijn stem kwijt was en na 28 jaar brak met zijn manager Nico Spring in ’t Veld vanwege artistieke meningsverschillen. Neyman raakte daardoor in een depressie en wilde zijn zangcarrière opgeven. Zijn echtgenoot Hans van Barneveld, die zich in de ruim twintig jaar dat ze elkaar kennen niet met zijn loopbaan had bemoeid, weerhield hem ervan en werd zijn nieuwe manager. Hij boekte voor 2008 een uitgebreide theatertour: Silhouet. Nu eens geen groot orkest en uitgebreid licht, maar een kleine ‘Yves Montand-achtige’ show. Na het verschijnen van het album openbaarde zich de ongeneeslijke ziekte.
Neyman is in 1951 in Maastricht als mijnwerkerszoon geboren. In 2004 groef de zanger naar zijn wortels op het album Trök naar Blouwdörrep. Na zijn middelbare school vertrok hij naar Amsterdam waar hij zich met de gitaar op de rug meldde bij de Academie voor Kleinkunst. Daar werd hij als een rare gezien, omdat hij geen cabaretier of musicalster wilde worden, maar chansonnier. Pas toen hij de school had afgemaakt werd ‘Chanson’ een hoofdvak. Zijn grote voorbeeld was Wim Sonneveld, eveneens homoseksueel, eveneens eigenlijk een chansonnier. Veel heeft hij geleerd van en bij Conny Vandenbos die hij als zijn ‘vakmuti’ beschouwde. Begin december 2007 trad hij nog op tijdens een hommage aan Conny Vandenbos. Het was zijn laatste optreden.
Van Neymans eerste album Ik wilde als Orpheus zingen (1975) met introverte luisterliedjes werden 300 exemplaren verkocht. Toen hij in 1978 overstapte van Dureco naar CNR kreeg hij aandacht op radio en tv met de single Lotje en de LP Samen zijn we rijk. Benny Neyman was in 1985 een van de eerste zangers die het aandurfde om met zijn eigen Nederlandstalige repertoire een landelijke tournee met een avondvullend concert te brengen. Dat bleek een voltreffer. Vanaf dat jaar is hij bijna onafgebroken in het theater te zien geweest.
Zijn nummer 1 hit ‘Waarom fluister ik je naam nog’ is een compositie van de Griek Nikos Ignatiadis. Sinds Neyman tijdens het kolonelsbewind op Kreta in contact kwam met de muziek van de politiek uitgesproken Theodorakis (‘Men sloot de deuren en ramen en zette de muziek hard aan.’), zette Neyman zijn kaarten op Griekse muziek. Soms kon hij ook zelf maatschappijkritisch uithalen in zijn teksten, vooral als het om opkomend neofascisme ging. Hij schreef vrijwel alle (vaak autobiografische) teksten zelf.
In tegenstelling tot goedgebekte jongere collega’s als Gordon en René Froger heeft Neyman zijn zangkwaliteiten altijd voorop gesteld en was hij minder nadrukkelijk in de publiciteit. Hij is altijd de bescheiden Limburger gebleven. Zo kon het voorkomen dat hij zich voor een televisieoptreden in een hoekje stond om te kleden om zijn nummer 1 hit te zingen, terwijl zangers van minder allooi een kleedkamer hadden geregeld.
Een groot aantal van zijn platen was goed voor goud en platina. In 1995 ontving hij een Gouden Harp. In het juryrapport stond: ‘Benny Neyman is een vaste waarde in de Nederlandse lichte muziek. Hij dwingt die plaats af door zijn natuurlijke charme, gevoeligheid en integriteit, die vriend en vijand – voor zover aanwezig – altijd overtuigt.’
Benny Neyman had natuurlijke charme
Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant