Drie vrolijke gekken


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: Vara Magazine

Op de top tien van de meest controversiële televisieprogramma’s uit 2006 staan vier cabaretprogramma’s. Dat betekent dat de waarderingscijfers zowel naar boven als naar beneden doorschieten. Het is niet duidelijk of de lage cijfers zijn uitgedeeld door teleurgestelde cabaretliefhebbers of beroepsklagers, die vooraf weten dat ze zich aan cabaret gaan (en willen) ergeren, maar cabaret blijft dus de gemoederen bezighouden.
De Dienst van Freek (de Jonge) scoort met een derde plaats het hoogst van alle cabaretiers. Nog boven Waardenberg & De Jong en Lebbis & Jansen staan Rooyackers, Kamps & Kamps op nummer 8 met hun derde programma. En waarschijnlijk zal ook hun vierde niet ongemerkt aan de kijker voorbij gaan.
De tweeling Tim en Wart Kamps en hun vriend Bor Rooyackers wonnen in 1998 de jury- en publieksprijs op het Amsterdams Kleinkunstfestival met korte, snel achter elkaar uitgevoerde onzinscènes. Drie vrolijke gozers in de cabaretspeeltuin. Na twee programma’s leken ze uitgespeeld. Want voor jongens die zich al na een paar minuten vervelen en dus snel overstappen naar een andere act, is een tournee langs de gebruikelijke cabaretzalen na enkele maanden een ware beproeving. Eigenlijk hebben ze het na de première alweer gehad met de voorstelling. Het trio stond al op ontploffen, toen ze toch maar besloten om nummer drie te maken. Dat programma kwam na lang duwen, trekken, zweten en zwoegen tot stand.
Na deze inspanning werden ze door het vak gegrepen en spelen ze zelfs deze zomer een extraatje op het reizende theatercircus De Parade. Rooyackers, Kamps & Kamps hebben hun ongeduld onder controle gekregen. Sterker nog…nummer 4 (ze houden van simpele titels) oogt als een volwassen cabaretprogramma, met muziek en zowaar een enigszins doorlopend verhaal. We horen een westernmelodietje en een Amerikaanse plattelandsstem die de drie jongens introduceert. Het zijn dekselse jongens die zich niets aantrekken van het verbod om grappen te vertellen. Grappenmakers worden namelijk in dat deel van de wereld opgepakt en in de gevangenis gegooid, waar ze wegrotten tot ze oud en ongevaarlijk zijn. Vervolgens zien we het drietal in een krankzinnig klein autootje, waar alleen dwergen zich enigszins comfortabel in zouden kunnen bewegen. De twee reizigers voorin hebben de neuzen tegen de voorruit gedrukt, terwijl numer drie als een volleerde Houdini achterin is gepropt. Vol gas proberen ze uit de klauwen van de wet te blijven.
De voorstelling heeft de vorm van een roadmovie, inclusief soundtrack met toepasselijke nummers als Miles from nowhere van Cat Stevens. Onderweg pikken ze een uit de kluiten gewassen passagier op (och arme bezoeker van het theater) die ruw in het karretje wordt gevouwen en die in een fastfood-drive through een cheeseburger zonder kaas moet bestellen. In de Japanse hooglanden hebben ze een ontmoeting met de wijze Mister Miyaki, die hen de essentie van cabaret uitlegt. In flashbacks, waarbij het publiek behoorlijk op z’n hoede moet zijn, wordt een gekleurd overzicht van hun carrière tot nu toe geschetst. We krijgen kotsen, porno en een ongegeneerde overval op de eerste rij voorgeschoteld. Op papier oogt het tamelijk banaal, maar bij Rooyackers, Kamps & Kamps wordt het allemaal zeer humoristisch en op niveau uitgewerkt.
In vorige programma’s staken ze de draak met belcanto-collega’s, maar dit keer doet Tim een niet onverdienstelijke poging om een lied over zelfgekozen eenzaamheid ten gehore te brengen. Natuurlijk wordt de serene sfeer door allerlei mallotige onzin verstoort, maar toch…er zit op vele terreinen progressie in het trio.
Verwacht nog steeds geen zware maatschapellijke statements, ook al zien we een rechtzaak over de ondergang van het Witte Huis en wordt Bor genadeloos onderuit geschoffeld op straat, waarna hij in de Theo van Gogh houding blijft liggen, inclusief mes en brief. Deze stukken blijven wat ongemakkelijk hangen tussen harde satire en vermomde opervlakkigheid. Maar als ze weer op vetrouwd terrein zijn, de flitsende ongein, dan stralen ze als sympathieke ettertjes. Dan zijn ze goed voor hele hoge en hele lage waarderingscijfers.