Eerst de stemmetjes, later het gezicht


Geplaatst in Theaterreportages/interviews op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

Op zijn veertiende ziet Frans van Dusschoten (1933) in Carré een revue rond Lou Bandy. Hij is onder de indruk van de strooien hoed en het neuzelende zanggeluid van de komiek. De volgende dag koopt Van Dusschoten een hoed en begint zijn loopbaan als imitator.
Afgelopen dinsdag is conferencier/imitator Frans van Dusschoten in zijn woonplaats Castricum overleden. Zijn overlijden is pas vrijdag bekend gemaakt, de dag waarop hij in familiekring is gecremeerd.
Na de Mulo en HBS werkt Van Dusschoten op de advertentieafdeling van uitgeverij Elzevier. In zijn vrije tijd stroopt hij als imitator de kleine zaaltjes van feesten en partijen af. Als hij in een amateurwedstrijd van het populaire AVRO-radioprogramma Bonte Dinsdagavondtrein tweede wordt, kan hij echt aan de slag.
Vanaf begin jaren vijftig is Van Dusschoten regelmatig te horen in radioprogramma’s als Tierelantijnen en Lichte Manoeuvres van de KRO. Met zijn imitatie-act maakt hij deel uit van het schnabbelcircuit en treedt veelvuldig op voor de Nederlandse militairen die in het Franse La Courtine zijn gelegerd.
Door dichter/vertaler Ernst van Altena wordt hij in 1968 voorgesteld aan televisieproducer Thijs Chanowski, die op dat moment bezig is met de voorbereidingen van de poppenserie De Fabeltjeskrant, gebaseerd op de fabels van Jean de la Fontaine. In ruim 1000 afleveringen van deze kinderserie leent Van Dusschoten de stem aan Meneer de Uil, Droes de Beer, Momfer de Mol en (de favoriet van de onhandige Van Dusschoten) de technisch begaafde Willem Bever. De single ‘Hup, daar is Willem met de waterpomptang’ haalt in 1972 de tweede plaats in de hitparade. Niet alleen de kleine ‘lieve kijkbuiskindertjes’ zitten vijf minuten voor het slapen gaan voor de televisie, maar ook veel ouderen zien de humor in van de teksten van Leen Valkenier en het stemgeluid van Van Dusschoten. De serie is goed voor de Gouden Televisiering en een Edison voor de liedjes-LP. De bioscoopfilm Onkruidzaaiers in Fabeltjesland wordt geen succes, maar wel reist Van Dusschoten drie jaar door het land met de Van den Ende poppentheaterproductie van De Fabeltjeskrant. Eind jaren tachtig krijgt De Fabeltjeskrant een nieuw leven onder impuls van de NOVIB met exotische figuren als Chico Lama en Isadora Paradijsvogel in het Derde Dierenbos.
Ook is Van Dusschoten te horen in de NOS-poppenserie Paulus de Boskabouter en is hij betrokken bij de nasynchronisatie van De Smurfen en De Freggels.
Zijn gezicht wordt pas in de jaren zeventig bekend als Joop van den Ende hem vraagt voor een revue in de traditionele stijl van Snip & Snap. In eerste instantie moet hij de ster worden en de jonge bandparodist André van Duin de aangever. Al snel worden de rollen omgedraaid en vormen de twee een perfect typetjes-duo, met veel succes in het theater en op (TROS) televisie. Hij speelt naast André van Duin mee in drie bioscoopfilms: André van Duins pretfilm (1977), Ik ben Joep Meloen (1981) en De Boezemvriend (1983).
In 1993 gaat Van Dusschoten vrijwillig met pensioen. Hij neemt afscheid door middel van het programma ‘In de hoofdrol.’ Oogjes dicht en snaveltjes toe.