Als de koperblazers van het Concertgebouworkest onder elkaar zijn komt het fanfaregevoel boven. In Carré grijpen ze hun kans.
‘De blazers zijn zeker minder fijnbesnaard.’
Jaap van der Vliet, die sinds 1996 deel uitmaakt van de hoornsectie van het Koninklijk Concertgebouworkest, probeert subtiel antwoord te geven op de vraag of er een wezenlijk verschil in mentaliteit bestaat tussen de koperblazers en de strijkers van het orkest.
De blazers zijn in ieder geval snel in voor een onconventioneel muzikaal uitstapje. Op 30 september geeft de kopersectie van het Concertgebouworkest een uitvoering in Carré met circus-, fanfare- en tangomuziek. Henny Vrienten heeft een speciaal stuk geschreven als muzikale ondersteuning bij een filmpje van Henk Hofstede over het theater.
Van der Vliet vervolgt zijn sociale-muzikale analyse. ‘Muzikant is van oorsprong een mannelijk beroep. Dat verandert in onze tijd snel, maar bij de koperblazers is die verandering nog niet zo doorgedrongen. In onze sectie blazen twee vrouwen mee. Misschien heeft het ook wel met kracht te maken. Onder de trombonisten komt je zelden een vrouw tegen, om van de tuba maar helemaal te zwijgen. Blazers hebben over het algemeen ook een wat volkser achtergrond. Ze komen vaak uit de fanfare of harmonie. De dochter van de dokter zal toch sneller naar vioolles worden gestuurd.’
Bijna tien jaar geleden staken de mannen met trompet, hoorn, trombone en tuba van het Concertgebouworkest de koppen bij elkaar om te kijken of ze zowel de kwaliteit als de samenhang van de sectie nog wat meer konden opkrikken. De oplossing werd gevonden in de oprichting van een aparte kopergroep die concerten en workshops moest geven over de gehele wereld waar de agenda van het grote orkest dat toeliet. Inmiddels is de lijst van mondiale optredens en masterclasses zeer indrukwekkend geworden. En ook in Nederland laat de groep regelmatig van zich horen, zoals bij de start van de Giro d’Italia in Amsterdam in 2010, waar een inventieve medley van Italiaanse opera’s werd gespeeld.
Op de feestelijke Carré-avond wordt onder meer werk geblazen van Stravinsky (fanfare voor twee trompetten) en Sjostakovitch (suite van film- en dansmuziek) en een arrangement van de suite uit Maria de Buenos Aires van tangocomponist Piazzolla. Trombonist Jörgen van Rijen zal de boel nog wat extra opvrolijken met een clownsact bij een compositie van Berio.
Is het geen overspel? Van Concertgebouw naar Carré?
Van der Vliet: ‘het Concertgebouw is akoestisch het beste gebouw van Nederland, maar ik heb al eens met Radio Filharmonisch Orkest in Carré gespeeld, en dat klonk geweldig. Carré is een podium waar je gezien wilt worden. Het zal dan ook geen statisch concert zijn. Naast de dertien blazers nemen we twee slagwerkers mee. We spelen circusmuziek en dan verwacht je ook die boem!’
Het Koper van het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Ivan Meylemans, 30 september in Koninklijk Theater Carré.