‘Ik ben een racist.’
Het komt wat vreemd over uit de mond van Pieter-Dirk Uys (1945, Kaapstad), de meest uitgesproken blanke cabaretier in Zuid Afrika ten tijde van de Apartheid. In programma’s als Adapt or Dye, Total Onslaught, en One Man One Volt spijkerde hij Apartheidsleiders als Hendrik Verwoerd en P.W. Botha met harde grappen aan het kruis.
Hij noemt zichzelf een racist, omdat hij geboren en getogen is in een land waar racisme de gewoonste zaak van de wereld was. Ongelijkheid werd vijfenveertig jaar van zijn leven gesanctioneerd door de wet. Dat kun je niet van je afschudden. Toen hij wakker werd, sprak hij rationeel met zichzelf af dat racisme niet deugt en dat hij zich niet superieur mag opstellen tegenover wie dan ook. ‘Ik ben als een alcoholicus die niet meer drinkt.’
Deze maand toert Pieter-Dirk Uys door Nederland met het programma Desperate First Ladies. Het zal (waarschijnlijk) de laatste keer zijn dat hij in Nederland te zien is. Het overzees reizen wordt hem te vermoeiend en hij wil al zijn aandacht in eigen land schenken aan de strijd tegen HIV/Aids.
Zijn autobiografie Elections & Erections opent met: ‘Nog niet zo lang geleden was er een Apartheidsregime in Zuid Afrika dat mensen doodde. Nu hebben we een democratische regering die ze gewoon laat sterven.’
Uys gaat fel tekeer tegen de opvolger van Nelson Mandela, president Thabo (zelfde letters als Botha!) Mbeki, die het aidsgevaar onverantwoordelijk wegrelativeerde. Ook de huidige president Zuma kan door zijn openlijk roekeloze seksleven en dom-naïeve opmerkingen op weinig sympathie van Uys rekenen. De ANC-wittebroodweken zijn na de magische periode met Mandela al lang voorbij. De corruptie en onverschilligheid bij de ANC-regering zijn stuitend. Uys spuit zijn kritiek zonder aanziens des persoons. Ook op ANC-bijeenkomsten, waar het voelt ‘alsof ik Fiddler on the Roof in Neurenberg speel.’
Uys heeft zijn hoop gevestigd op de generatie die na de afschaffing van de Apartheid in 1990 is geboren en niet de erfenis van de strijd tegen het blanke regime meedraagt. Hij heeft inmiddels honderden scholen door het hele land bezocht met zijn gratis show For Facts Sake! om scholieren op een geestige maar indringende manier te wijzen op het gevaar van aids.
Pieter-Dirk Uys is de zoon van een calvinistische Afrikaner vader en een joodse moeder die in Berlijn is geboren en in 1938 naar Zuid Afrika vluchtte. Ironisch wijst hij erop dat hij dus van twee kanten tot een uitverkoren volk behoort.
Na een mislukte opleiding tot leraar wordt hij door zijn ouders naar Engeland gestuurd om zich artistiek te bekwamen. In de Londense theaterwereld wordt de totaal onwetende student gewezen op het onrecht van Apartheid. Tot dat moment is het ANC voor hem een groep terroristische communisten en het bloedbad van Sharpeville in 1960 is helemaal aan hem voorbij gegaan. Terug in Zuid Afrika zet Uys zich in voor gemengd theater in Johannesburg en Kaapstad en komt hij om de haverklap in botsing met de censuur. In de jaren tachtig gaat hij nadrukkelijk de cabaretkant op en ontwikkelt zich tot een irritante luis in de pels, die ‘de tango danst voor het vuurpeloton.’ Hij blijkt echter ongrijpbaar omdat hij veel officiële teksten van Botha c.s gebruikt om de waanzin ervan te tonen. Uys heeft altijd gezegd dat hij geen belasting maar royalty’s betaalt.
Een ander zeer effectief wapen is zijn creatie Evita Bezuidenhout, enigszins gemodelleerd naar Dame Edna Everage, een karakter van de Australische komiek Barry Humphries. Uys maakte Evita tot ambassadrice van het fictieve zwarte thuisland Bapetikosweti. Met haar arrogante charme windt zij iedereen om haar vingers. Een ander personage van Uys is de omhoog gevallen joodse Nowell Fine: ‘Ik haat twee dingen: Apartheid en zwarten.’ Het bewind weet het videocircuit niet te controleren, waardoor Uys in alle lagen van de bevolking een cultheld wordt. De ‘Pretoriastroika’ van president De Klerk leidt uiteindelijk tot de vrijlating van Mandela in 1990. Ook Uys voelt zich bevrijd, uit de ‘All Whites Gevangenis’
In Darling, een stadje boven Kaapstad, koopt Uys het voormalige treinstationsgebouw en bouwt het om tot Evita se Perron, een theater en sociaal centrum. Het complex – met het Boerassic Park, een prachtige tuin met satirische beelden van Winnie Mandela ‘and other former political farts’ en Slegs vir blankes-borden – is tevens het onderkomen van de Darling Trust, een stichting die allerlei onderwijs- en gezondheidsprojecten financiert. Daarnaast is Uys een van de drijvende krachten achter het jaarlijkse Voorkamerfest dat wordt gehouden in de zwarte, blanke en gekleurde huizen van Darling, die nog net als in de oude tijd keurig van elkaar gescheiden zijn.
Desperate First Ladies door Pieter-Dirk Uys. Tournee tot 21 november. www.bostheaterproducties.nl