Melancholieke Kees Torn schiet met scherp


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

Doe mee en win! door Kees Torn, regie: Onno Innemee, Schouwburg Leiden 27 november. Tournee.

Het is hem door zijn impresario (Kees-manager) verboden nog langer over zijn drie geliefde onderwerpen – whisky, sigaren en liefde – te zingen, laat staan op het podium te roken en te drinken. Dus schuift Kees Torn als een junkie met allure regelmatig even tussen de coulissen om te tanken. Zijn taalvernuft staat er garant voor dat de sigaar en het edele vocht op sluwe wijze toch nog zijn liedjes, gedichtjes en verhaaltjes binnensluipen.
Kees Torn doet in dit programma wel meer concessies die geen concessies blijken te zijn. De aankleding (showtrap met lampjes) en de titel doen vermoeden dat Torn een treetje lager is gedaald en ook het kritiekloos consumerende cabaretvolk wil behagen. De onderwerpen zijn simpel: Suske en Wiske, het weerbericht en het taalspelletje Lingo, maar de uitwerking is wel zo vreselijk knap, dat je aan het eind van elk lied hoopt dat bij de uitgang een stapeltje teksten ligt om het nog eens rustig na te lezen. Even kijken hoe dat rijmschema nou precies in elkaar zit, welke taalgrapjes er nog uit gedestilleerd kunnen worden.
Torn is een man van het klassieke taalambacht, die net als zijn grote voorbeeld Drs. P de lat steeds hoger legt. Zoals zijn dichtvorm waarbij het laatste woord van een zin de Engelse vertaling in fonetisch Nederlands is van het voorlaatste Nederlandse woord (zeep-soap/zoop, venijnige-vicious/visjes). Het levert een verrukkelijk lied op.
Maar er zit veel meer in deze show. Meer gif bijvoorbeeld. Bedoeld voor zijn collega’s, de tamelijk zelfingenomen Guido Weijers en Freek de Jonge, die soms niet in de gaten heeft dat hij het publiek buitensluit. Torn schiet met scherp op de man die met het stompzinnige idee is gekomen om via het vak CKV ongemotiveerde scholieren de theaterzaal in te jagen.
Er is ook meer melancholie. In de muziek, die steeds complex-dromeriger wordt. Maar vooral in zijn teksten, waarin hij de typemachine eert. Torn zegt dat hij niet geraakt is door de dood van Hazes. ‘Er komt bij mij ook wel eens wat uit mijn hart, maar ik houd wel mijn hoofd erbij.’ Het overlijden van Harry Bannink, Willem Wilmink en Jules de Corte, die in zijn ogen echte grootheden zijn, deed hem wel wat. In het lied Zonden van de tijd – een absoluut hoogtepunt in het Nederlandstalige repertoire – bezingt hij op Cortiaanse wijze het kwaad dat de tijd kan aanrichten. Het lichaam in verval bewijst de onzinnigheid van de bewering dat de tijd alle wonden heelt. ‘Minuten zijn geen boemerang.’ Daarom heeft Torn uit wraak besloten om ‘met geklets en flauwekul de tijd te doden.’ Oh ja, er zit een hoop geklets en flauwekul in deze voorstelling. Maar, zo bewijst Torn, ook dat kan diepzinnig zijn.