Het rijtje Jezus Christus, Evita Perron, Keizerin Elizabeth, André Hazes en Herman Brood wordt vanaf donderdag aangevuld met Jacques d’Ancona. Dan gaat in de Groningse Stadsschouwburg Jacques J., de musical in première, over het leven van amusementsjournalist Jacques d’Ancona. De dag na de première wordt d’Ancona tachtig jaar.
Het grote verschil tussen de eerste vijf personen en de laatste is dat d’Ancona nog leeft. Hij heeft het afgelopen seizoen 120 voorstellingen gezien en rijdt minstens 45.000 kilometer per jaar om alles van cultureel belang in de Noordelijke regio en de Randstad te recenseren voor Dagblad van het Noorden. ‘Ik zie ook veel amateurvoorstellingen en in Groningen ga ik ook nog wel eens naar een show die in de Randstad in première is gegaan. Gewoon even kijken welke belangrijke spelers voor de provincie zijn vervangen door alternates.’
Toen men in 2015 met het musicalvoorstel kwam heeft d’Ancona daar heel lang met zijn partner over gesproken. ‘Maar ja, men dacht dat er wel genoeg muziek in mijn leven zit, dus ik zei: ‘Dan doen jullie maar leuk je best.’ Ik heb definitief ingestemd, toen ik hoorde dat Jack Nieborg, bekend van het Shakespearetheater in het Drentse Diever, de musical zou gaan regisseren. Ik heb me angstvallig buiten het script van Jan Veldman gehouden. Ik ga het donderdag als een gewone voorstelling bekijken, zonder notitieboekje.’
U bent wel uitgebreid geïnterviewd. Welke belangrijke momenten in uw leven komen in ieder geval aan bod?
‘Dat zijn er drie. Ik ben eigenlijk nog steeds bezig met de verwerking van de oorlogstijd. Mijn joodse vader heeft tijdens de oorlog ondergedoken gezeten, maar wij wisten niet beter dan dat hij via Westerbork in Auschwitz terecht was gekomen. Zo stond het ook in de Duitse papieren. Dat raadsel is nooit opgelost en ik heb eigenlijk veel te weinig met mijn vader gepraat. De oorlog is in mijn leven een steeds indringender rol gaan spelen, ook door mijn contacten met het Herinneringscentrum Westerbork, waar ik een soort ambassadeur ben.
‘Verder ben ik 22 jaar scheidsrechter geweest, maar ik moet toegeven dat ik tegenwoordig hooguit één naam ken van het eerste elftal van FC Groningen.
‘En natuurlijk De Soundmixshow. Nadat mijn krant Nieuwsblad van het Noorden – tegenwoordig Dagblad van het Noorden – mij een keer als jurylid naar een uitprobeersel van een Soundmix-Playbackshow met Henny Huisman in Appingedam had afgevaardigd, ben ik in beeld gekomen bij Joop van den Ende. Na mijn eerste klusje in Aalsmeer zei hij: ‘Je bent hier niet voor het laatst geweest.’ Dat had hij goed gezien. Ik heb 17 jaar in de jury van De Soundmixshow gezeten.’
U werd door de vorige directeur van Carré steevast welkom geheten met de titel ‘de majesteit uit het Noorden.’ Maar ik heb iemand ook wel eens horen spreken over ‘het schoothondje van Van den Ende.’
‘Dat lijkt zo logisch, maar het is bewijsbaar onjuist. Ik heb nooit een contract bij Van den Ende gehad, dus ik was als journalist volkomen onafhankelijk. Joop heeft menigmaal gefronst als hij mijn recensie las over een van zijn musicals. Maar er was wederzijds respect en Van den Ende is wat dat betreft heel sportief. Hij heeft me nooit op een negatieve recensie aangesproken.’
U heeft uw lengte niet mee. Lijkt me lastig in de wereld van de grote ego’s.
‘Heel simpel. Een pas naar voren doen als grote mensen als Joop van den Ende of Henny Huisman om je heen staan, en iets luider praten, met een goede, gezonde dictie. Dat heb ik ook weer kunnen gebruiken met mijn lucratieve presentaties en dagvoorzitterschappen die zijn voortgekomen uit mijn televisiewerk.’
Patrick van den Hanenberg
Jacques J., de musical is van 14 t/m 18 september te zien in de Groningse Stadsschouwburg. In januari 2018 volgt een korte reprise.