Maarten van Roozendaal: Barmhart. Dodo Discs
*****
In Mooi bejubelt Maarten van Roozendaal de Lente, met als terugkerende verzuchting ‘Ik ben goddank dus nog een keer een jonge lente waard.’ De openingsversie van Mooi staat stijf van bijna agressief, gulzig genieten met woest-rollende pianoklanken die de nieuwe zonnestralen het park in lijken te smijten. De cd wordt besloten met een hele introverte uitvoering van datzelfde nummer. Dan zie je de man intens in stilte, in zijn eentje op een achterafbankje in het park genieten. Welke richting Maarten van Roozendaal met zijn stemmingen ook inslaat, het is altijd heftig. Daarom ligt de vergelijking met Jacques Brel ook zo voor de hand. Vergelijkingen zijn meestal een zwaktebod. Zo kunnen we Toon Hermans erbij halen in (de tekst van) Mooi, en Bram Vermeulen (in zang, tekst en muziek) in Bang, en Tom Waits in De heer, de juffrouw en de jongeling. Het moet maar eens afgelopen zijn met die vergelijkingen, want in de kern is Maarten van Roozendaal een volkomen authentieke zanger/liedjesschrijver, die de wereld en zichzelf met gezond wantrouwen, knallende romantiek en goedmoedig cynisme bekijkt en bezingt. En daarbij heeft hij ook nog geweldenaren naast zich: bassist Egon Kracht en gitarist Marcel de Groot.
Frédérique Spigt: Één kus. Flow Records.
****
Fréderique Spigt heeft het Rotterdamse no nonsense meegenomen naar haar tweede woonplek Amsterdam, waar ze wat meer levensgenot aan haar muziek heeft toegevoegd. Die combinatie maakt Één kus tot een een plezierig album. Daar komt nog een lekkere Latijnse (accordeon) klank bij. Op Één kus horen we uitgesproken meningen, zoals het vermalen van de musical en het bijbehorende klapvee, waar Spigt geen goed woord voor over heeft. Op vorige albums sprongen vooral de melodieuze rauwdouwerige nummers eruit, maar deze keer zijn met name de licht melancholieke liedjes, zoals Bloeden van jouw hart, van grote klasse.