Vincent Bijlo met de Bijlo’s. Basta Music
****
Als Cobra een muziekstijl zou zijn, dan zou Vincent Bijlo tot een van de voorhoedemuzikanten behoren: intuïtief, expressief en vol overtuigingskracht. In het theater dreigt Bijlo op piano nog wel eens in het decibellenoverschot te verdrinken, maar op het studioalbum zijn de onnauwkeurigheden weggehaald, zonder de interessante rafelranden aan te tasten. Gesteund door het eindeloze geduld van opnametechnicus Jean-Paul van der Meij en producer Jakob Klaasse heeft Bijlo (niet onverdienstelijk) alle instrumenten bespeeld en alle stemmen ingezongen. In de liefdesliedjes voor zijn vrouw (zoals Mijn chauffeur) klinkt altijd de afhankelijkheid van de blinde zanger door, maar zoals we Bijlo kennen, nergens de hulpeloosheid. Zijn romantische engagement horen we in het liedje over een Marokkaanse brugklasser en een heldere beschrijving van het moderne Nederland: ‘Het is een dag zonder zon, en het ruikt naar beton.’
André Manuel en De Ketterse Fanfare: Op verzoek van de goden. Silvox
****
Manuel deelt met Vincent een vergelijkbare haat-liefde verhouding met Nederland. Hij zingt dat hij weg wil uit dit kloteland, maar het zit er niet in dat het, op een drinksessie in Antwerpen en een buitenlandse vakantie na, ook gaat gebeuren. Hier kan hij fulmineren tegen godsdienstwaanzinnigen, xenofoben en homohaters. Hier kan hij vrienden vinden om hard en fanatiek mee te spelen in de Ketterse Fanfare en is er ruimte voor zijn onaangepaste cabaret- en muziekopvattingen. Ook al draait Manuel al een tijdje mee in verschillende rockformaties, hij heeft nog steeds de frisheid en de ongepolijstheid van The Band in hun beginperiode, aangevuld met een paar ons Mothers of Invention. In de teksten wordt geflirt met de dood en we horen een paar onverwachte Indianenklanken. Kortom, nooit saai bij Manuel.