‘We zijn even veilig, want de politie heeft nu wat anders te doen.’
Het lieve cynisme van de vijfentwintigjarige Mengying is even verrassend als ontroerend. De vrijwilligster in het June 4th Museum in Hong Kong bedoelt dat de deuren van het museum waarschijnlijk nog wel even open zullen blijven, omdat de politie van Hong Kong vooral bezig is om de protesten neer te slaan van de studenten, die vrezen dat de lange arm van Beijing de vrijheden in Hong Kong steeds meer zal gaan beknotten.
In het piepkleine museum, dat vanaf de straat niet te herkennen is (‘Het bord was al een paar dagen na de opening door pro-Beijing Chinezen gesloopt.’) wordt de paraplu-revolutie, de huidige studentenrebellie in Hong Kong, verbonden met de studentenbeweging in 1989 in Beijing, die door het leger met keiharde hand werd vermorzeld, met honderden, en misschien wel duizenden doden tot gevolg.
De studenten hoopten eind jaren tachtig dat de economische vrijheden waar Deng Xiaoping een begin mee had gemaakt ook de aanloop naar politieke vrijheden zouden betekenen. Niets was minder waar. Toen zich eind mei een miljoen studenten had verzameld op het Plein van de Hemelse Vrede, het Tiananmenplein, vond de regering het welletjes en stuurde het leger er met tanks op af. Ofschoon een student met een moedige actie een tank tot stilstand wist te dwingen, wat een iconische foto opleverde, kon een bloedbad niet worden voorkomen.
Van deze slachting is in de Chinese geschiedenisboeken op school niets terug te vinden. Hooguit wordt geschreven over een ‘contra-revolutionaire groep studenten’, die door de overheid tot de orde is geroepen, maar over de genadeloze moordpartij, de massale arrestaties en verdwijningen wordt niet gerept.
In Hong Kong, dat door de ‘één land, twee systemen-afspraak’ met de vroegere kolonist Groot-Brittannië, nog enkele decennia hoopt te kunnen genieten van meer vrijheid dan in de rest van China, werd in 2014, een kwart eeuw na het bloedbad, een klein museum geopend, waarin met filmpjes, foto’s en voorwerpen het bloedig neerslaan van het studentenprotest werd herdacht. Klachten van buren en bedreigingen door pro-Beijing Chinezen zorgden ervoor dat het museum al snel haar deuren moest sluiten. Dit jaar, dertig jaar na de slachting, is het museumpje op een andere plek in de wijk Mong Kok heropend. Hoe lang het museum het hier uithoudt is maar zeer de vraag. Alleen de grootste optimist gelooft dat Hong Kong de harde hand van Beijing zal kunnen weerstaan. Mengying maakt, net als veel vrienden van haar, al plannen om naar Taiwan of de Verenigde Staten te verhuizen.
Naast veel tekst en foto’s toont het museum ook een aantal wrange voorwerpen, zoals het horloge en de pen die de soldaten van de overheid hebben gekregen als dank voor het neerslaan van de ‘reactionaire’ opstand. Van de beroemde foto van de ‘tankman’ is een driedimensionale versie van Lego gemaakt.
Een toeristisch bezoek aan Hong Kong ligt op dit moment misschien niet zo voor de hand, maar degene die de stad bezoekt moet zeker langs het June 4th Museum gaan, zo lang het nog kan.
June 4th Museum
Tiende etage Ngia Wong Commercial Building, 11-13 Mong Kok Road, Mong Kok, Kowloon, Hong Kong.