Tot nu toe, door Pieter Jouke, Theater Bellevue Amsterdam 11 maart. Tournee. pieterjouke.nl
**
Aan het begin van de avond legt Pieter Jouke de belangrijkste regel uit voor het publiek: Het is verplicht om te lachen. Want als je straks op een feestje vertelt dat je bij Pieter Jouke bent geweest en je wordt gevraagd of je moest lachen, dan kun je dat volmondig beamen.
Voor absurdistische humor zijn we niet meer louter aangewezen op de Vlamingen. Zo bedienen Ronald Snijders en De Partizanen (in het theater), De Speld (in de Volkskrant en bij Pauw) en Kakhiel (op Twitter) ons op dat terrein buitengewoon gul. Ze leunen op de tweede of derde betekenis van een woord of laten personen opduiken op plekken waar ze domweg niet horen.
Ook Pieter Jouke (die samen met Snijders de gestoorde talkshow De Staat van Verwarring opvoert) hoort in dat mooie rijtje thuis. In plaats van zijn zoontje van tien laat Jouke een onbekende junk midden in de nacht aan zijn bed verschijnen met de opmerking dat hij niet kan slapen en dat er een mug in zijn kamer zoemt. Wat volgt is een aaneenschakeling van fantastische onzin.
En daar zouden we graag wat meer van hebben gehoord. Maar Jouke is dit keer gierig met hoogstandjes. Hij vraagt zich af hoe ver hij in de opvoeding van zijn kinderen kan gaan met de optimistische dooddoener ‘Alles komt altijd goed.’ Maar zijn verhaal loopt dood. Er zijn te veel haperingen in zijn betoog, te veel flarden die die zonder enig effect de zaal uitwaaien. Waar is de regisseur die Jouke op het juiste spoor had kunnen houden? Een paar weken na de officiële première leek Jouke nog aan het zoeken hoe hij de stukjes bij elkaar moest binden.
Als je alle maffe opmerkingen en korte idiote verhaaltjes bij elkaar optelt heb je vijftien minuten aan briljantjes en geniale hersenschudders. Maar vijf kwartier is dan wel een hele zit.