I’m every woman, it’s all in me
Anything you want done, baby
I’ll do it naturally
Zelfs op papier is de opzwepende muziek te horen. Met deze Chaka Khan-knaller openen de vier Soulsisters het dansconcert, dat tot ver na afloop blijft natintelen. Voeg daar de Pointer Sisters-hit Happiness aan toe (Keep that goodness… coming! Keep it coming!), en je hebt een mooie samenvatting van dit zalige soulfeestje. Als het publiek aan het einde van de avond dronken van de muziek naar adem hapt klinken de toepasselijke woorden van Amy Winehouse: ‘They tried to make me go to rehab, but I said: No, no, no.’
Door en door vrouwelijk, het maximale geluk, muziek als roesmiddel: de Soulsisters.
Twee seizoenen lang hebben de Soul & Disco Brothers de Nederlandse theaterzalen in de fik gezet, nu is het de beurt aan vrouwen. En het vuur laait ook dit keer weer hoog op.
Vier vrouwen die na een aantal intensieve auditieronden als ongelijke stukjes van een puzzel harmonieus bij elkaar zijn gelegd: de Amsterdams-Surinaamse Sarah-Jane Wijdenbosch, de Nederlands-Amerikaanse April Darby, de Amerikaanse wereldburger Lana Gordon en de Filippijns-Nederlandse Casey Francisco.
Tussen soundcheck, eten en voorstelling in Haarlem vertellen Lana Gordon en Casey Francisco waarom ze het zo naar hun zin hebben in deze show waarin driekwart stampende soul-glitter en een kwart ingetogen soul-ballads tot een smakelijke mix zijn gemengd.
Casey moest drie keer terugkomen voor de audities, waarbij steeds andere samenstellingen werden uitgeprobeerd. ‘Op de laatste dag waren er echt alleen maar geweldige zangeressen over. Het voelde als een artistieke overwinning dat ik als enige Aziatische tussen al die zwarte talenten stond.’
Lana – die door haar fysieke gelijkenis de zwarte versie van Barbra Streisand wordt genoemd – bleef vijf jaar geleden in Europa hangen, na een tournee door Azië en Europa met een Amerikaanse cast van West Side Story. ‘Het klimaat voor een artiest is hier warmer en opener dan in de Verenigde Staten. Je krijgt hier meer de gelegenheid om je ontwikkelen. Ik heb dan ook geen last van heimwee. Ik plan mijn carrière niet en geniet van alles. Van mijn hoofdrol in de vurige latin pop opera Carmen Cubana, die ik in Oostenrijk speelde. Maar ook van de tijd dat ik in een chic restaurant in Japan heb gezongen, met vooral mannelijke klanten, die hun rijstwijn door Filippijnse vrouwen lieten inschenken. Ik kan je een foto laten zien dat ik 10.000 yen in mijn decolleté gestopt krijg na een liedje. Ik lach, want dat is goed betaald voor een liedje.’
Door haar grootvader die dominee was in een Southern Baptist Church in Alabama kwam ze in aanraking met gospel, maar in tegenstelling tot veel zwarte zangeressen begint haar loopbaan niet in het kerkkoor. Ze ging direct door naar de show. Haar grote Broadway-doorbraak was in 1997, toen zij deel uitmaakte van het ensemble van The Lion King, met Heather Headly in de rol van Nala.
‘In de coulissen keek ik naar elke beweging van Heather die ik enorm bewonder. Thuis zong ik al haar liedjes uit de show. Op een dag verzwikte zij haar enkel en kon niet spelen. De twee understudy’s waren onbereikbaar en de show moest worden afgelast. Toen zei ik dat ik de hele rol van Heather ook kende. Ik mocht op, redde de show en was een maandlang het onderwerp van gesprek op Broadway.’
Ook Casey’s carrière beleefde een vliegende start in de musical. Zij werd door Joop van den Ende uit Manilla gehaald voor de eerste ronde van Miss Saigon in Nederland in 1996. Zij was de understudy voor Linda Wagenmakers in de rol van Kim, het Vietnamese meisje dat verliefd wordt op een Amerikaanse soldaat. ‘Mijn jeugd is de tijd van Queen en Donna Summer, maar ik ben toch vooral opgegroeid met Frank Sinatra en Ella Fitzgerald, de muziek die thuis en in de auto van mijn vader werd gedraaid. En met de lieve liedjes die ik zong in de Glee-Club op de katholieke nonnenschool. Als dertienjarig meisje hoorde ik de muziek van Miss Saigon en wilde koste wat kost die hoofdrol een keer spelen. Ik heb als dertienjarige en vijftienjarige auditie gedaan, maar was toen natuurlijk nog te jong. Op mijn zeventiende lukte het wel en dat bracht me meteen naar Europa.
‘In die show heb ik een van de spannendste momenten uit mijn loopbaan meegemaakt. Het kind dat mijn zoontje speelde durfde op het laatste moment niet op te gaan. Ik heb toen met een denkbeeldig kind de scène gespeeld en de tekst al zingend moeten aanpassen. Mijn Nederlands was toen nog niet goed, maar het lukte wel.’
De Soulsisters lijken uit een overvolle energiebron te putten als ze zingend en dansend door de hoogtepunten van het repertoire van The Supremes, Aretha Franklin, Tina Turner en Gladys Knight swingen. Maar Lana, die als Miss 1000 Volt op het podium staat, is een oase van spannende rust in haar solo All is fair in love van Stevie Wonder. ‘Je hebt rust nodig om tot goede prestaties te komen. Daarom past het boeddhisme zo goed bij mij. Als ik een tijdje naar een onbewoond eiland zou worden gestuurd zou ik de spirituele Shamanic Dream-muziek van Anugama meenemen, en een dik boek over Boeddha. Door die levenshouding maak ik me ook niet meer zo snel druk en kwaad. Dat is wel handig in de wereld van de show, waar irritaties bij elke auditie en repetitie op de loer liggen.’
Soulsisters, The funky sisters of disco & soul!, 2 t/m 4 februari in Carré. www.bostheaterproducties.nl