Vorig seizoen speelde Jim de Groot in Mensch…durf te leven, een muziekvoorstelling over het leven van Jean Louis Pisuisse. Ter voorbereiding op die rol kreeg hij een stapel krakerige cd’s mee van Nederlandse grootheden uit het begin van de 20ste eeuw. Hij prikte door het gekraak heen en raakte onder de indruk van de kwaliteit van de teksten en muziek van onder meer Dirk Witte en Koos Speenhoff. De Kleine Man is een hedendaagse hommage aan het lied van honderd jaar geleden. De hits van toen worden kraakloos en in frisse arrangementen gebracht door een aanstekelijk gedreven Jim de Groot, met subtiele snik de stem. Hij wordt bijgestaan door de strijkers van het Matangi Quartet. De extra power komt van een bassist en drummer/accordeonist Henk van der Schalk, die de sprankelende arrangementen heeft gemaakt. Op het achterdoek zien we zorgvuldig uitgekozen filmbeelden.
Aan het begin van de avond staat De Groot in een overvol oma-decor. Uit de radio kraakt Eduard Jacobs. Langzaam maar zeker wordt het decor afgepeld, zodat het bruisende slotnummer Mens durf te leven – het lijflied van Pisuisse én van het Nederlandse cabaret – op een kaal toneel wordt gevierd.
Na de pauze valt het beperkte vocale bereik van De Groot wat meer op, maar toch is dat deel beter. De nummers worden theatraler gebracht, met Mammie is dansen, Meisjes (met een mooie inbreng van vader Boudewijn op het scherm) en een kritisch lied van Pisuisse over de Indische theepluksters als hoogtepunten. Die liedjes komen beter uit, omdat het decor steeds minder in de weg staat. Hulde voor Jim de Groot, die zich niet laat opjutten door de tijd en dit prachtige materiaal op waarde weet te schatten.
De Kleine Man door Jim de Groot en het Matangi Quartet, regie: Gerardjan Rijnders, Leidse Schouwburg, 29 oktober. Tournee.