Vorig seizoen moest Robert Long de tournee van het programma ’n Duivels Genoegen afzeggen in verband met hartproblemen. Dit seizoen stond toch een kleine tournee met het close harmony swing-soul-blues-Deep River Quartet gepland. Onlangs werd Long echter in het ziekenhuis opgenomen met een ernstige vorm van kanker, waaraan hij ………is overleden.
Robert Long wordt in 1943 als Bob Leverman geboren in Utrecht. Zijn vader laat de opvoeding over aan zijn vrouw die in het christelijke dorpje Ederveen als huishoudster op een boerderij werkt. Zij sterft aan kanker als haar zoon twaalf is. Deze ziekte zal later veelvuldig onderwerp zijn van bijtend spottende liedjes. Eind jaren zestig heeft Longs band Gloria een hit met het reli-popliedje The Last Seven Days. Nadat hij in Tokio tijdens het World Popular Song Festival een Outstanding Performance Award heeft gewonnen stippelt zijn platenmaatschappij een internationale route voor hem uit. Maar Long heeft geen zin meer in Engels repertoire en krijsende tienermeisjes in zijn publiek. Zonder enige vorm van publiciteit komt in 1974 de lp Vroeger of Later uit. De tien felle, gevoelige en geestige liedjes gaan over liefde, angst (‘Keer nooit je rug toe aan een homo, want dan zit-ie aan je kont’) en hypocrisie. In ‘Jezus redt’ wordt de kerk aangevallen met een felheid die het cabaret nog niet kent. Het zijn thema’s waar Long de rest van zijn carrière veelvuldig op zal terugvallen. Op zijn tweede lp Levenslang worden homo- en biseksualiteit niet meer tussen de regels door behandeld, maar expliciet en vanzelfsprekend. Toch laat Long zich niet claimen door de homobeweging. Hij is bewust geen lid van het COC, de homobelangenorganisatie. Long staat voor een ontspannen vorm van anarcho-liberalisme .
Hij maakt een aantal theaterprogramma’s met verschillende vrouwen, waaronder de oudere feministe Cobi Schreijer en Nelleke Burg. In 1975 speelt hij het luchtige programma Scherts, satire, songs & ander snoepgoed met Jenny Arean en Dimitri Frenkel Frank. Met de laatste schrijft hij vijftien jaar later de succesvolle musical Tsjechov.
De musical Swingpop van Seth Gaaikema met Long als ontwerper van etalagepoppen, is een flop, maar in de cast ontmoet hij Leen Jongewaard, met wie hij flink kan keten en ‘ouwewijven over het leven.’ Met hem maakt hij drie baanbrekende programma’s, waarbij gristelijk Nederland het moet ontgelden. Vooral Tot hiertoe heeft de Heere ons geholpen (1981) brengt veel mannenbroeders in het geweer. Long beweert dat God geen lid van de E.O. wil zijn, omdat deze omroep grossiert in ‘goddeloos gelul en liefdeloos venijn.’ Een officiële klacht van een dominee bij de Amsterdamse Officier van Justitie wordt ongegrond verklaard.
Long is (tijdelijk) moe van het theater. Wel schrijft hij liedjes voor Kinderen voor Kinderen en Jenny Arean, presenteert spelletjesprogramma’s op televisie (o.a. Tien voor Taal), volgt zijn muzikale liefde met smaakvolle cd’s met werk van Gershwin en Jules de Corte, en debuteert in 1988 met de autobiografische roman Wat wil je nou. Dat laatste komt hem op een schrobbering in Vrij Nederland te staan van Joost Zwagerman, die Long verwijt dat hij ‘zijn bordkartonnen wereld van het Bekende Nederlanderschap tracht te omlijsten met een als integer bedoelde kakkineusheid.’ Long, die naar Italië is verhuisd, is er inmiddels wel aan gewend dat ook zijn vroegere bewonderaars regelmatig over hem heen vallen. Het lijkt hem niet te deren: ‘Ik ben zo plooibaar als een luchtballon met water.’
Ofschoon zijn latere theaterwerk de felheid van zijn vroegere shows miste, leek het afgelaste ’n Duivels Genoegen een sterk programma te worden. Er verscheen eerder dit jaar nog wel een cd met liedjes uit dat programma en het volledige repetitiescript, inclusief podiumaanwijzingen, tekstcorrecties, aankondigingen en koffievlekken. De manier waarop Long onbeschaafd straattuig in plat Utrechts afmaakt, is heel sterk. Ouderwets goed is Hè gezellig, een humoristisch-zwartgallige beschrijving van een verjaardagsfeest vol gezondheidsgeklaag.