Opofferen is je oma regelmatig in het verzorgingshuis bezoeken en het gelaten over je heen laten komen als ze je, met de geur van medicijnen in haar vochtige mond, bij het afscheid begint te tongen, omdat ze denkt dat je haar overleden echtgenoot bent.
Nee, wees niet bevreesd dat met het weggeven van deze fantasie een deel van het plezier van het theaterbezoek verloren gaat, want de manier waarop Eric van Sauers zijn verhalen vertelt is puur goud. De harde klemtonen, de slimme herhalingen, de spannende rustpauzes en strakke mimiek zijn op papier niet te vangen.
Op het affiche van het programma Ridder staat een krijgshaftige Van Sauers afgebeeld, met oorlogsstrepen op het gelaat en met een blinkend, maar wel kromgetrokken en daardoor machteloos zwaard. Alsof hij geen enkele illusie heeft dat zijn martiale optreden enige zin heeft, omdat de vijand ongrijpbaar en veel behendiger is, maar wel vindt dat een statement moet worden gemaakt. Net als zijn held Don Quichotte.
Van Sauers opent met een, aanvankelijk liefdevolle, maar gaandeweg steeds geirriteerder monoloog tegen een huilende baby. Wat zeikt dat kind nou…het is het meest onbezorgde moment van zijn leven, alle ellende en lastige keuzes krijgt hij nog voor de kiezen. De teleurstelling van vermorzelde idealen moet nog komen.
Ridder is een gepassioneerde ode aan hoop en individualisme. Dat laatste is natuurlijk niet zo raar voor een solocabaretier, maar de bouwstenen die Van Sauers aandraagt voor zijn betoog zijn fris, soms beklemmend, en altijd overtuigend.
Er zit geen enkele dip in het programma waarin hij knalharde definities formuleert voor grote woorden als trots en lafheid.
****
Ridder door Eric van Sauers, regie: Koos Terpstra. Stadsschouwburg Utrecht 2 maart. Tournee. www.grunfeld.nl