Weissman verstaat de kunst van het bedriegen


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

De finalisten van cabaretfestival Cameretten maken een tournee langs grote zalen. Het is uitverkocht, ook al zijn de namen volkomen onbekend en hebben de podiumklanten eigenlijk nog niets gepresteerd. Ruut Weissman, artistiek leider van de Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstakademie is verbijsterd: ‘De B-junioren van Sint Pancratius 3 tegen de B-junioren van Buitenveldert 2 voetballen toch ook niet in een uitverkochte ArenA?’
Al meer dan twintig jaar bevindt Weissman zich op een strategische plek van de Nederlandse kleinkunst. Naast zijn werk voor de Kleinkunstakademie (en sinds de fusie vijf jaar geleden ook voor de Toneelschool), regisseerde hij meerdere musicals waaronder Foxtrot (met Paul de Leeuw) en programma’s van Jenny Arean, Jasperina de Jong, Jan Jaap van der Wal en paradepaardjes van de opleiding Acda & De Munnik en De Vliegende Panters.
Hij realiseert zich heel goed dat geen enkele uitgever in hem geïnteresseerd zou zijn geweest als hij fraaie jeugdvoorstellingen had gemaakt. Maar als gevierd cabaretregisseur werd hij gevraagd om het huidige cabaret de temperatuur te nemen en een paar recepten uit zijn keuken vrij te geven.
De kunst van het liegen is een ode aan vakmanschap en zorgvuldigheid in het theater. Hoe je door concentratie van privépersoon naar theaterpersoon kunt transformeren om vervolgens de waarheid te kunnen liegen. Het is ook een bitter boek van een kleinkunstliefhebber die zich ergert aan de gemakzucht waarmee veel artiesten hun werk doen. Volgens Weissman zijn de meeste kleinkunstenaars veel meer geïnteresseerd in imago en gimmick dan in identiteit. Dat wreekt zich ook in de musicals van Van den Ende, waar de zangeresjes geen persoonlijkheid hebben en inwisselbaar zijn. Tussen de repetities van de rockmusical Ren Lenny Ren van Acda & De Munnik door licht Weissman zijn kritiek toe.
‘In de populaire theaterkunst heb je een toplaag met namen als Freek de Jonge en Theo Maassen. Maar onder die top van de pramide is het niveau veel lager dan bijvoorbeeld in de toneelwereld. Daar zit onder Pierre Bokma en Gijs Scholten van Aschat een grote groep goede acteurs. Dat wil helaas niet zeggen dat die tweede- en derderangs cabaretiers geen succes hebben. Sterker nog, het lijkt maar niet op te kunnen. Er wordt gescoord met flauwe grappen en er wordt nauwelijks aandacht besteed aan de vorm. Natuurlijk, het gaat om de inhoud, maar als je niet nadenkt over het licht, betekent het meestal dat de rest ook slecht is uitgewerkt. In een restaurant wordt het eten toch ook niet zomaar op tafel geflikkerd. Het is de buitenkant, maar wel exemplarisch voor de liefdeloosheid, waar ook de impresariaten zich schuldig aan maken. En de VARA niet te vergeten, die alles maar uitzendt, waardoor ik van mijn eigen vak wordt vervreemd. Een schrijver kan zich geen rommel permitteren. Daar zit een uitgever bovenop. Het amusementsvak is momenteel vogelvrij.’
Het boekje van Weissman lijkt vooral bedoeld als dwingende aanbeveling voor zijn eigen opleiding en als een advertentie van 135 bladzijden voor de regisseur. Daar wil Weissman niets van weten. ‘Ik hoop met dit boekje te bereiken dat toneelmensen niet meer zo’n dedain tonen voor het goede theateramusement. Een groot regisseur als Trevor Nunn regisseert in Engeland niet alleen Shakespeare maar ook een musical. Hier wordt door de toneelwereld nog steeds neergekeken op theateramusement. Het gaat mij niet om meer regieklussen. Ik zou niets liever zien dat er meer regisseurs komen die de kleinkunstenaar dwingen om kwaliteit te leveren. Amuseren op niveau. En zo geweldig ben ik niet, maar in het land der blinden is éénoog koning. Het belangrijkste is dat het theateramusement zichzelf serieus neemt.’

Ruut Weissman: De kunst van het bedriegen. Nijgh & Van Ditmar. € 14,95