Jeroen Willems zingt Jacques Brel. Via www.oostpool.nl
*****
Onbegrijpelijk dat Brel niet is uitgeroepen tot de grootste Belg van de 20ste eeuw. De liederen van hartstocht en vertwijfeling behoren tot het mooiste uit de westerse liedcultuur. Veel Brel-liedjes gaan over de dood, die als een energie-verhogende tegenstander wordt beschouwd. Zijn oeuvre is een ode aan het intense leven, een gevecht tegen de middelmatigheid. Alleen de allergrootsten kunnen zich aan dat repertoire overgeven zonder belachelijk te worden. Jeroen Willems, acteur bij Toneelgroep Oostpool, bewees vorig seizoen in de voorstelling Brel, de zoete oorlog, dat hij de juiste toon heeft voor Brel. Hij acteert de nummers, kruipt in de huid van de vechtjassen, waardoor de liedjes ook op cd vitaal blijven.
De vertalingen van Ernst van Altena zijn onverwoestbaar, maar het is plezierig dat de erven Brel nu ook wat meer ruimte gunnen aan andere interpretaties, zoals die van Peer Wittenbols en Rob Klinkenberg. Zo kon Orly uit 1977 een frisse kijk op Schiphol worden, waar Borsato als achtergrondmuzak klinkt.
Willem Vermandere: Van soorten. Universal.
***
De Vlaamse schilder, beeldhouwer en zanger Willem Vermandere behoort tot de traditionele barden, zoals die alleen nog maar ten zuiden van de rivieren in Nederland en België voorkomen. Zoals hij zichzelf in Fluitje van ne cent bezingt: Gelijk de oude minnestrele, wil ik zwerven door het land, in de dorpen deuntjes spelen, in ouderwetse vagantsen trant.
De zanger gaat op zijn laatste album verder dan sfeerverhalen uit zijn Vlaamse hoek en liefdesvertellingen. Deze bredere commentator is interessanter. Hij heeft oog voor de details van het leven, en bezingt vaak verdwijnende of verdwenen beroepen, zoals mijnwerker of wagenmaker. De muziek krijgt steeds meer zigeunerimpulsen, waardoor de instrumentale nummers en lange intro’s zalige wegdromers zijn geworden.