The Wiz door Joop van den Ende Theaterproducties, muziek en liedteksten: Charlie Smalls, script: William F. Brown, vertaling/bewerking: Martine Bijl, regie: Glenn Casale, Beatrix Theater Utrecht 9 september. Onbepaalde tijd. www.musicals.nl
Toen president Bush (senior) in 1992 in Los Angeles het slagveld overzag na felle rassenrellen zei hij: ‘I don’t think this is Kansas anymore.’ Misschien niet zo politiek correct, maar wel erg geestig, en voor vrijwel elke Amerikaan direct te begrijpen. Het gevleugelde zinnetje van het meisje Dorothy, dat na een wervelstorm over Kansas ver van huis terecht komt in het magische Land of Oz, behoort tot het culturele erfgoed van Amerika. De Nederlandse versie van de musical The Wiz, die dit weekend in Utrecht in première ging, bewijst dat de toeschouwer die Amerikaanse culturele bagage niet nodig heeft om toch een zalige avond te hebben.
Ruim honderd jaar geleden bedacht schrijver L. Frank Baum het wonderlijke Land of Oz (naar de archiefla van zijn bureau met de stukken onder de letters O-Z) met kleurrijke landschappen en bizarre boven- en ondergrondse bouwwerken. In de Nederlandse Wiz rijden daar gele Smart-taxi’s rond, wordt het fort van de Tovenaar (Danny de Munk) bewaakt via een ingenieus computergestuurd camerasysteem (dat op de première-avond tamelijk geestig instortte, zodat de toeschouwers het bekende Welcome-beeld van Microsoft te zien kregen), en zien we smaakvol gestileerde flarden van de Amsterdamse rosse buurt.
Het verhaal van Baum bleek uitermate geschikt theater-materiaal en is inmiddels ook meerdere keren verfilmd. Zoet met Judy Garland in 1937 en funky met Diana Ross en Michael Jackson in 1978. De rechten zitten niet zo vervelend dichtgetimmerd, zodat nieuwe makers fijn hun eigen gang kunnen gaan.
De Amerikaanse regisseur Glenn Casale en vertaalster Martine Bijl hebben een toegankelijke en frisse Wiz gemaakt. Zo weet Bijl er een opmerking in te wurmen over een Verdonk-uitzetting, en een verrader is bij haar een vuile NSB’er. Met het lekker allitererende ‘Nergens wil ik nooit niet geen gezeik’ in een geweldig gospelachtig nummer van de kwaadaardige Sadista kan Bijl succesvol wedijveren met het origineel ‘Don’t nobody bring me no bad news’. Iedereen zit natuurlijk te wachten op Nieuwe dag (A brand new day), de knallende Motown-kurk met spetterende dans waar de jaren zeventig Broadway- en Hollywood-producties op dreven, maar Geen gezeik van Marjolijn Touw als Sadista brandt minstens zo fel. Bijl heeft haar smeuiige grove taal meegegeven, waar Touw groots mee omspringt.
Naast Touw is Nurlaila Karim als Dorothy dé gouden greep. In gezelschap van de Laffe Leeuw (Jeroen Phaff), de Blikkeman zonder hart (Jerrel Houtsnee) en de Vogelverschrikker zonder hersens (Danny Yanga), verandert zij tijdens haar reis door het Land van Oz van een meisje in een volwassen vrouw. Ze speelt onbevangen, open en helder. Elk woord te verstaan, de emoties juist gedoseerd, en een kanjer van een zangstem. Haar spel en zang duwen haar drie metgezellen in de juiste richting. Dat is ook nodig, want met uitzondering van Danny Yanga, die de musical-drie-eenheid van zang, dans en acteren volledig beheerst, laten haar twee andere reisgenoten nog wel eens wat steekjes vallen op zang- en acteergebied.
Het verhaal van The Wizard of Oz is al voor vele maatschappelijke en politieke karretjes gespannen. Dorothy als de eerste feministe in de Amerikaanse kinderliteratuur, de all black theaterversie in de jaren zeventig was goed voor de zwarte emancipatie, en natuurlijk krijgen we ook een portie American Dream: met zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen kunnen alle problemen worden opgelost. Het mooie, maar wel heel moralistische lied Geloof in jezelf van de goede Glinda, gezongen door Mathilde Santing, pepert ons dat nog eens in. Ondanks de diepere lagen die ook deze regisseur van The Wiz erin heeft willen leggen, zal toch vooral, net als bij de langlopende Utrechtse voorgangers Saturday Night Fever en Mamma Mia! een hele onderhoudende avond overblijven. En daar is niets mis mee.