Het irriteerde Wim Sonneveld mateloos wanneer hij merkte dat het publiek na twee mooie liedjes alweer ongeduldig zat te wachten op een lekker vet lachnummer. Maar Sonneveld wist ook: ‘Ik ben zelf begonnen kroketten te verkopen.’ Dat sloeg natuurlijk op het nummer dat Simon Carmiggelt voor hem had geschreven over de uitbater van een activiteitencentrum in Amstelveen, die zijn kroketten-omzet in de pauze zag kelderen als bij een medische lezing weer een nieuwe zweer op het diascherm verscheen.
Vanaf zijn radiodebuut in 1934 tot aan zijn dood in 1974 heeft Sonneveld een breed nationaal en internationaal liedrepertoire opgebouwd. Zelf schreef hij nauwelijks liedteksten, maar Sonneveld zette wel de beste tekstdichters aan het werk, zoals Hella Haasse, Michel van der Plas, Annie Schmidt, zijn eerste geliefde Huub Jansen (Jean Senn) en niet in de laatste plaats zijn levenspartner Friso Wiegersma. De laatste is drie maanden geleden overleden. Hij heeft nog wel een mooi nawoord kunnen schrijven bij de Sonneveld-bundel Moeder, ik wil bij de revue, nummer twaalf in de imposante Pluche-reeks, waarin de grote tekstdichters worden geëerd.
Hilde Scholten heeft bij eerdere projecten (zoals de Portret cd-reeks en de 16-delige Sonneveld oeuvre cd-box) bewezen een zorgvuldige samenstelster en een aartssnuffelaar te zijn. Alles wat maar enigszins van belang is, staat er dus in. Als curieus toetje is een opname toegevoegd van de openingsavond van de Boekenweek in 1951, waarop Sonneveld en Guus Verstraete het clowneske gedicht Pierrot aan de lantaarn van Martinus Nijhoff voordragen.
Wat de Pluche-reeks, naast de teksten, zo belangrijk maakt zijn de uitvoerige toelichtingen. Zo legt Scholten de teksten die de schrijvers inleverden naast het uiteindelijke resultaat. Sonneveld was een meester in het schrappen en schaven, niet zelden tot ongenoegen van de tekstdichters. Hij had perfect in de gaten welke woorden het maximale effect sorteerden. Michel van der Plas schreef over de verlopen hartenbreekster in Tearoom Tango ‘Ze heeft me bedonderd. O bedonderd.’ Sonneveld maakte daar ‘Je hebt me belazerd, je hebt me bedonderd’ van, wat het nummer nóg krachtiger maakte.
Ook schrapte Sonneveld omdat hij zijn publiek niet wilde kwetsen of lastig vallen met maatschappijkritische of politieke statements. Dus verdwenen in Lezen en laten lezen van Michel van der Plas over een stel (Sonneveld en Conny Stuart) waarvan de een de krant wil lezen en de ander gewoon thee wil drinken, zinnen als ‘Moskou dreigt de Nato weer’ en Scherpe nota der Chinezen.’
Ofschoon Sonneveld in het theater een uiterst intieme sfeer kon scheppen, was hij gesteld op afstand tot zijn publiek. Zijn katholicisme en homoseksualiteit gingen niemand buiten zijn eigen kring wat aan. Hij zong liever veilig over Annemarie, Margootje (dat commercieel interessant rijmde op Peugeootje), Josefien en Carlolientje. Aardig is wel dat Scholten weet te melden dat de jaloerse man die Carolientjes plaat van Frank Sinatra in het lied aan diggels smijt eigenlijk Sonneveld zelf is die in een jaloerse bui Wiegersma’s plaat van Sinatra kapot heeft gegooid. De vijftig prachtige pagina’s achtergrondinformatie maken de biografie van Sonneveld echt compleet.
Wim Sonneveld. Moeder, ik wil bij de revue. Samengesteld door Hilde Scholten. Nijgh & Van Ditmar; € 29,90 inclusief cd.