De lijst met theatervoorstellingen over de tweede wereldoorlog is schier eindeloos lang. Dit
seizoen komen daar de musicals De Tweeling naar de roman van Tessa de Loo en Het meisje met het rode haar over verzetsstrijder Hannie Schaft bij. Scriptschrijver Allard Blom, die het boek van Theun de Vries als uitgangspunt heeft genomen, geeft vier redenen om zeker naar Het meisje met het rode haar te gaan, ook al heeft u Soldaat van Oranje en Anne al gehad.
1. Judith is een joodse vriendin van Hannie, die op zolder bij de ouders van Hannie onderduikt. Het meisje kan niet tegen de verstikking van onderduiken en loopt daarom regelmatig het huis uit naar het Kenaupark. Levensgevaarlijk dus, zeker vlak voor de avondklok. In deze aangrijpende scène zien we Hannie en Judith op een bankje in het park, terwijl andere parkbezoekers zingen over alle stukjes vrijheid die systematisch worden weggehaald. Deze scène gaat eigenlijk verder waar het dromen van Anne Frank over de buitenwereld ophoudt. Dit meisje wil adem halen, want ze wordt gek op zolder van dat rijtjeshuis. Dit is het moment waarop Hannie besluit om met haar studie te stoppen en zich waardevol te maken in het verzet. Judith neemt weer haar bordje eten en gaat naar zolder.
2. Heel speciaal is de manier waarop het optimistische kerstliedje Midden in de Winternacht een nieuwe lading krijgt. Het is 24 december 1944. Hugo, de verzetskameraad en geliefde van Hannie is dood. Na een wapentransport zit ze bij de verzetsgroep in een stoel en probeert zich voor te stellen wat Kerstmis eigenlijk is, en begint dat kerstliedje voor zichzelf te neuriën. Iedereen op een andere plek haakt daar op in met eigen gedachten en eigen ellende en daar tussendoor hoor je fragmenten van de opbeurende en liefdevolle kersttoespraak van koningin Wilhelmina. Alle karakters van de voorstelling komen in dat lied bij elkaar. Dat verbindende element van radio werkt heel goed in dat kerstlied dat in mineur is getoonzet.
3. Bijna iedereen is wel op een of andere manier aangetast door de oorlog en dat gaat generaties door. Mijn opa aan vaders kant was verzetsleider van een groep in Overijssel. Hij werkte eigenlijk op dezelfde manier als Hannie Schaft in Haarlem als het gaat om sabotage en wapentransporten. Zijn groep had ook een vergaderplek in het bos, waar onderduikers konden worden opgevangen. Alleen hebben zij niet zoveel mensen vermoord. Als hij jarig was en zijn verzetsvrienden belden, dan moest hij altijd huilen. Dat was voor mij als 12-jarig jongetje raar om te zien. Ik heb niet de pretentie dat deze voorstelling de wereld beter maakt, want met al onze vermogens is de mens het enige beest op aarde dat echt niks leert, maar ook aan de voorverkoop merken we dat er geen sprake van metaalmoeheid als het om de tweede wereldoorlog gaat.
4. We hebben meteen besloten dat we muzikaal nergens rekening houden met de tijd, anders zit je twee uur naar Vera Lynn te luisteren, en het is ook voor het jonge publiek van nu. Tom Bakker heeft een pop-rock, Kraftwerk-achtige soundscape gemaakt, die niet door een live orkest te spelen is. Er zitten vrijwel woordloze scènes in de voorstelling, bijvoorbeeld met liquidaties, waarbij alleen het geluid voldoende is. Door die beklemmende computermuziek hoef je niet de ene na de andere NSB’er of Duitsers kermend in elkaar te zien zakken. Er zit wel één duidelijke liquidatie bij, om te laten zien hoe hard Hannie is, maar verder wilde ik niet dat er gemoord zou worden in de liedjes, dat wordt vaak lachwekkend en dat sluipen met pistooltjes hoeft dan ook niet. De muziek van Tom Bakker vangt dat helemaal op.