Amadeus stampt van woede (Het Parool)


Geplaatst in Theaterrecensies op .

Amadeus. De rebel, zijn muziek, zijn ondergang.
Door Theateralliantie met het Nationale Theater i.s.m. Opera2day
Gezien Koninklijke Schouwburg Den Haag 15/6
Nog te zien DeLaMar 26/6-14 juli, tournee

‘Fuck! Fuck! Fuck!’
Mozart stampt van woede en schreeuwt zijn frustratie er uit als hij hoort dat hij niet wordt voorgedragen om de dochter van de keizer muziekles te geven. Hij heeft dat baantje zo hard nodig om uit zijn financiële ellende te komen. Van een paar leerlingen kan hij niet leven en zijn stukken worden na één opvoering vrijwel direct van het Weense podium gehaald door de oerconservatieve kunstpoortwachters in Wenen.
‘Fuck! Fuck! Fuck!’ Het is niet de reactie die je verwacht van iemand die in Wenen in keizerlijke kringen verkeert aan het eind van de achttiende eeuw. Maar ja, ook keizer Jozef II wordt niet echt als een waardig vorst neergezet door regisseur Theu Boermans in Amadeus. Boermans heeft een wispelturig, clownesk onbenul (Vincent Linthorst) op de troon gezet.
Is het erg dat er een loopje wordt genomen met de historische werkelijkheid, zodat je het idee krijgt dat Mozart tijdens zijn leven nauwelijks succes heeft behaald en dat zijn carrière constant wordt gedwarsboomd door de haatdragende Antonio Salieri, de officiële hofcomponist? Nee, want Boermans heeft van de oorspronkelijke toneeltekst van de Britse Peter Shafer uit 1979 een swingend, gepassioneerd en vooral actueel stuk over liefde, macht en jaloezie gemaakt. Daarbij heeft hij slim gebruik gemaakt van stukken van Mozart, die het verhaal vooruit helpen. Vooral met Der Hölle Rache kocht in meinem Herzen uit Die Zauberflöte krijgt de sterk acterende sopraan Lucie Chartin de zaal plat. Haar hoge noten tijdens een vrijscène zijn buitengewoon grappig.
Voor degene die de film Amadeus heeft gezien, eveneens gebaseerd op het stuk van Shafer, zal inhoudelijk niet zo veel nieuws zien. Saliera is kwaad op God, omdat hij dat ‘vunzig schepsel’ Mozart zoveel talent geschonken heeft. Salieri wordt in feite tot de middelmaat gedegradeerd. Hij doet er alles aan om het wonderkind uit Salzburg kapot te maken. In het stuk biecht Salieri in het bejaardentehuis (met op tv op de achtergrond André Rieu) zijn kwalijke rol op.
In werkelijkheid was die controverse tussen die twee niet zo sterk. Alleen tijdens een door de keizer bedachte muziekwedstrijd (‘Vienna’s next talent’) stond hun werk tegenover elkaar. Maar deze verzonnen vete is een mooi haakje om de discussie aan op te hangen over vernieuwing en traditie in de kunst, en over verheffen of vermaken. Daarbij wordt constant de lijn doorgetrokken naar het huidige kunstbeleid, de sturende rol van subsidie, de wens om jong en divers theaterpubliek te bereiken, en zelfs de MeToo-beweging. Op een gegeven moment ben je die toespelingen wel zat.
Boermans heeft een geweldige cast bij elkaar. Sander Plukaard speelt met verve de anaal gefixeerde ADHD’er Amadeus (met een T-shirt van de glamrock band Kiss onder zijn uitbundige kostuums) die lak heeft aan alle conventies. Hij laat de vrolijke onbezonnenheid mooi botsen met zijn strijd om te overleven. Maar zijn banale kant hoeft ons niet in elke scene te worden ingepeperd.
Mark Rietman als Salieri speelt niet minder dan briljant. Je haat hem om zijn hypocriete, huichelachtige gedrag. Hij rolt fraai van de oude man (ontroerend masker) naar de jonge arrogante musicus aan het hof met zijn duivelse rode sokjes en weer terug, als hij verbitterd beseft dat hij in plaats van onsterfelijkheid door muziek de eeuwige minachting heeft geoogst.
Bij het betreden van de zaal klinkt het bijna als een verontschuldigende waarschuwing dat de voorstelling drie uur en een kwartier gaat duren. Inderdaad, een onsje minder had ook gemogen. Haal je een half uur dubbelop-opmerkingen eruit dan blijft er ook nog een bedwelmend mooie voorstelling over.