An+Jan, Pieter Nieuwint, Maarten van Roosendaal verzamelt werk


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

An + Jan: Grootste Hits deel II. Okapi.
7
Jan Rot en Marjolein Meijers (van De Berini’s) zoeken het ook in deze tweede ronde ‘Grootste Hits’ vooral in de jaren zestig, de periode van de opgewekte, melodieuze liedjes. Meestal blijft Rot in zijn vertalingen keurig in de sfeer, zoals De maat is vol (The beat goes on) en Hé Joost (wat moet jij nou met die blaffer in je hand), een vurige versie van Hey Joe. Een keer gaat Rot verder en dat is even simpel als briljant. Hij geeft aan de melancholieke folkhit Vincent, van Don McLean over Vincent van Gogh een draai, waardoor hij bij zijn verre familielid Theo uitkomt. Rot geeft in die hertaling zowel een mooie beschrijving van de ‘Grachtengordel van Smaragd’ waarin Theo van Gogh zich ophield als de starre en beperkte denkwereld van een moslimfanaticus. Het meest indrukwekkende nummer van een gezellig album.

Pieter Nieuwint dicht en zingt. Mirasound.
8
Ivo de Wijs heeft eens beweerd dat hij een cabaretavond het liefst zou afdoen met het uitdelen van tekststencils bij de ingang. Ondanks de sprankelende composities van pianist Pieter Nieuwint draaide het bij Kabaret Ivo de Wijs om de taalvaardigheid van De Wijs. Later bleek dat ook in Nieuwint een uitstekende light verse dichter stak, een uitmuntende leerling uit de school van Drs. P. De Wijs en Nieuwint (docent Engels aan de Universiteit van Tilburg) treden regelmatig op met het programma Literair Variété. Zowel in de gezongen gedichten als in het bijgevoegde boekje verkent plezierdichter Nieuwint alle uithoeken van het rijm, en weet hij de meest onbenullige onderwerpen tot een poëzie-feestje om te toveren.

Maarten van Roozendaal verzamelt werk. DoDo.
10
Het was een aantal maanden geleden al duidelijk dat het theaterconcert van Maarten van Roozendaal en band (waaronder bassist Egon Kracht en gitarist Marcel de Groot) een van de meest verpletterende theatergebeurtenissen van het seizoen was. Nu blijkt dat de podiumkracht op cd onverminderd voelbaar is. Zonder piano kan Van Roozendaal zich volledig op de zang concetreren. Twee cd’s vol wanhoop en vitaliteit. Een Jacques Brel-achtige mengeling van zelfverzekerdheid en breekbaarheid die het polderlandschap ver ontstijgt.