Arjan Ederveen mag los en dat is aan hem besteed


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

De laatste vriend van Napoleon, naar een idee van Dominic van Vree, libretto: Rob de Graaf, muziek: Dirk Brossé, muzikale leiding: Majoor Tijmen Botma van de Koninklijke Militaire Kapel Johan Willem Friso, regie: Ruut Weissman. Loods aan het Damsterdiep Delfzijl 29 mei. Aldaar t/m 5 juni.

***

De familie Oranje is in het verleden regelmatig gesteund door sterke volksvrouwen, zoals de Haarlemse Kenau Hasselaar tijdens de Nederlandse Opstand en de Rotterdamse Kaat Mossel in de patriottentijd. En Stans Roggepol uit Delfzijl, die het laatste restje Napoleontisch leger vrijwel eigenhandig het land uit heeft gezet.
Ja, Stans, wie kent haar niet?
Niemand, want zij is de verzonnen tegenspeler van de Franse kolonel Pierre Maufroy. Napoleon heeft in 1813 een tik gekregen bij Leipzig. Zelfs de Fransen hebben het dan (even) gehad met de kleine keizer en sturen hem naar het eilandje Elba in de Middellandse Zee. Het Franse bezettingsleger verlaat Nederland, behalve de troepen onder leiding van Maufroy, die weigert te geloven dat het afgelopen is met Napoleon. Hij vertikt het om de vestingstad Delfzijl te verlaten en dreigt de stad onder water te laten lopen als de bewoners zich tegen de Franse aanwezigheid verzetten. Uiteindelijk bezwijkt Maufroy onder de druk van het geallieerde leger onder leiding van Marcus Bosch, maar in het groots opgezette muziekspektakel De laatste vriend van Napoleon valt hij voor de charme van Stans.
Delfzijl viert met deze productie 200 jaar bevrijding en ook meteen 200 jaar Koninklijke Landmacht. Vandaar de medewerking van de Koninklijke Militaire Kapel.
De plek waar zich het feest afspeelt is een oude loods aan de haven, die na de speelperiode wordt afgebroken. Daar zal niet veel energie meer voor nodig zijn, want het gevaarte, waar de wind meedogenloos doorheen waait, staat op instorten. Het maakt deze theaterplek wel heel bijzonder en ook wel symbolisch voor het moderne Delfzijl: ‘we hebben veel klotsend water en schepen die niet varen.’
Hoofdrollen zijn er voor Arjan Ederveen (Maufroy), Ellen ten Damme (Stans) en Rianne Botma als Duifje, de dochter van Stans. Daarnaast heeft regisseur Ruut Weissman de Amsterdamse inbreng wel heel erg groot gemaakt voor deze Groningse voorstelling door een lading tweedejaars studenten van de Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie mee te nemen, waar hij artistiek directeur van is. Zij openen het bal met een hertaling van Il est cinq heures, Paris s’eveille, een oppeppend lied voor de stad Delfzijl, die moet worstelen om boven te blijven.
Ederveen heeft van de regisseur toestemming gekregen om helemaal los te gaan en dat is wel aan hem besteed. Hij doet er bij elke grap nog een nichterig schepje bovenop. Dat is echt buitengewoon geestig, maar het maakt het wel volkomen ongeloofwaardig dat hij valt voor de charme van die aantrekkelijke Stans, die hij naar Frankrijk mee wil nemen als zijn bruid.