Bij mij moet een lied goed aflopen en duidelijk zijn. (Postuum Herman Pieter de Boer)


Geplaatst in Theaterreportages/interviews op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

Herman Pieter de Boer (1928-2014)

Liedtekstdichter, schrijver en journalist Herman Pieter de Boer is op de eerste dag van 2014 in zijn woonplaats Eindhoven op 85-jarige leeftijd overleden. Hij was al geruime tijd ziek.
De Boer laat een gigantisch oeuvre na: liedteksten als Visite (voor Lenny Kuhr, die van 1981 tot 1993 zijn levenspartner was) en Op een onbewoond eiland (Kinderen voor Kinderen), sketches voor het satirische televisieprogramma Hadimassa en voor Johnny & Rijk, het Nederlands Gebarenboekje, en tientallen romans en verhalenbundels, waaronder de goed verkochte ‘Een vrouw in het maanlicht’ en ‘Het Herenhotel’. Rond 1975 behoort De Boer tot de meest gelezen auteurs van Nederland. Zijn credo was: Schrijf tot je d’r bij neervalt.
Van hem werd, net als van Vestdijk, wel eens gezegd dat hij sneller schreef dan God kon lezen. Maar hij was de eerste om het belang van zijn werk op de langere termijn te relativeren. Bij zijn tachtigste verjaardag vertelde hij aan de Volksrant: ‘Ik ben geen groot, zwaarwichtig en filosofisch schrijver. Mijn werk zal niet eeuwig meegaan. Als ik dood ben, zal ik hooguit nog tien jaar bekend zijn, en dan ebt het weg. Zo gaat dat; wie leest nu nog Vestdijk?’
In datzelfde Volkskrant-interview kondigde hij een boek aan over de nasleep van de oorlog. De titel was er al (Het sellotapesyndroom en andere verschijnselen) , het manuscript heeft hij niet meer kunnen voltooien.
Zijn schrijversloopbaan begon al op 9-jarige leeftijd, toen hij debuteerde in het jeugdweekblad Doe Mee. Na de HBS en dienstplicht richtte hij in 1952 samen met Dimitri Frenkel Frank en Hans Ferrée een reclame- en ideeënbureau op, dat boven (maar vooral in) het Amsterdamse café Scheltema was gevestigd. Toen het driemanschap uit elkaar viel begon hij overmoedig zijn eigen bureau. De geldzorgen brachten hem aan de drank en bij de Jellinekkliniek. Tot rust gekomen werd hij vaste medewerker van het weekblad De Tijd waarvoor hij verhalen en columns schreef.
In 1969 schreef hij Het stond in de sterren, een biografie van zanger/gitarist Eddy Christiani. Deze stelde hem voor om liedteksten te schrijven. Van de veel gedraaide meezinger Aux Champs Elysées maakte De Boer Oh Waterlooplein, een groot succes voor Rijk de Gooijer. Toen De Boer hoorde dat het origineel niet Frans, maar Engels was met de titel Oh Waterloo Road, interpreteerde hij dat als een teken om meer liedteksten te schrijven. Het werden er ruim 900, voor onder anderen Boudewijn de Groot, Hans de Booij (Annabel), Lenny Kuhr, Andre Hazes en Rob de Nijs. In 2002 kreeg De Boer een Gouden Harp en in 2008 werd hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.
Het geheim van een goede liedtekst? ‘Bij mij moet het altijd goed aflopen. Het ergste lied dat ik ken is Vluchten kan niet meer van Annie M.G. Schmidt. Vreselijk. Er wordt altijd gezegd dat het een groot en belangrijk lied is. Kan zijn, maar ik wil het niet horen. Een test moet ook duidelijk zijn Met woorden die wat voorstellen, zonder die afschuwelijke clichés.’
Hij doceert: ‘Neem Marco Borsato. Die zingt vaak liedjes met verzonnen problemen: ‘Ik staarde over het water..’ Of: ‘Het is de waarheid.’ Allemaal quasi- diepzinnige onzin, die niets met hem te maken heeft. Of dat onbegrijpelijke lied van Acda en De Munnik: Niet of nooit geweest. Geen flauw idee waar dat lied over gaat, ik begrip er niets van: ‘Laat het mijn zout zijn, laat het mijn allerdomste fout zijn.’ Het klinkt goed, en zij kunnen het mooi zingen, maar het is wartaal. Onzin.’
Ook al vermoedde De Boer dat zijn werk snel in de vergetelheid zal raken, zijn vertaling van La dernière volonté voor Ramses Shaffy heeft dezelfde kracht als My way en Je ne regrette rien. Het was voor De Boer met zijn verslavingsverleden niet moeilijk om zich in Ramses in te leven. ‘Laat me’ zal niet door de tijd worden ingehaald: ‘Laat me, laat me mijn eigen gang maar gaan. Laat me, ik heb het altijd zo gedaan.’