Cabarethistoricus Wim Ibo overleden


Geplaatst in necrologie op .

Cabaretpaus zag kleinkunst afglijdenwim-ibo

Cabaretier, docent, producer, maar vooral cabarethistoricus Wim Ibo is donderdag op 82-jarige leeftijd overleden. Ibo werd door Fien de la Mar bij het cabaret gehaald, niet omdat hij zo goed speelde, maar om zijn ‘melancholieke ogen’

Patrick van den Hanenberg 19 mei 2000

‘CABARET is professionele literair-muzikale theaterkleinkunst in een intieme omgeving voor een intelligent publiek.’ Die definitie hanteerde Wim Ibo in zijn standaardwerk En nu de moraal van dit lied, 75 jaar Nederlands cabaret, dat in 1970 verscheen. Cabaret was voor Ibo geen vrijblijvend vermaak, maar een volwassen theatergenre dat wetenschappelijk benaderd dient te worden.Ibo heeft het afgelopen decennium met het nodige wantrouwen de gigantische populariteit van het cabaret bezien: te weinig muziek, de noodzakelijke intimiteit werd vermoord in te grote zalen, het literaire gehalte kon hij lang niet altijd ontdekken en aan de intelligentie van het al te lachgrage publiek twijfelde hij regelmatig.Zijn grote liefde lag in de jaren zestig met groepen als Don Quishocking en Lurelei, en natuurlijk bij Fien de la Mar, volgens Ibo de enige cabaret-diva die Nederland gehad heeft. In december 1940 nam zij hem op in haar ensemble. Toen hij haar na de auditie stotterend bedankte zei ze: ‘Het gaat niet zozeer om je werk, maar om je melancholieke ogen.’Ibo’s cabaretloopbaan heeft niet lang geduurd. Na de oorlog was hij vooral achter de coulissen werkzaam. Hij was verantwoordelijk voor vele tientallen lp’s, maakte tv-series als Pension Hommeles, Artiestencafé en Namen die je niet vergeet. Ibo was een groot promotor van de Portugese fado en zigeunermuziek, allebei muziek om bij te huilen. Verder gaf hij les aan de Academie voor Kleinkunst, waar hij zijn ‘kinderen’ voorhield dat het niet alleen om talent gaat, maar vooral om discipline.Zijn doorbraak als producer kwam in de jaren vijftig met de populaire radioserie De Familie Doorsnee, die door de VARA werd uitgezonden. De teksten, van Annie M. G. Schmidt, werden regelmatig gecensureerd door de VARA. Woorden als pesten, pokkenkat of kontje moesten worden geschrapt.De VPRO gaf Ibo in 1961 een maandelijks tv-programma. Er kwamen zoveel vragen van kijkers waar hij het antwoord niet op wist dat hij besloot om de geschiedenis van het cabaret degelijk aan te pakken. Tien jaar werkte hij aan zijn magnum opus En nu de moraal van dit lied. Niet iedereen was tevreden. Zo vond Jaap van de Merwe dat Ibo het proletarische lied had genegeerd. Hij stelde daarom zijn alternatieve kleinkunstbijbel samen: Gij zijt kanalje! heeft men ons verweten.Een vergelijkbaar verwijt werd Ibo gemaakt toen hij in 1977 een 22-delige lp-box had samengesteld met Nederlands cabaret van vandaag, gisteren en morgen. Linkse cabaretiers onder leiding van Frits Lambrechts stelden in een woedende brief in de Volkskrant dat ‘De Grote Meester’ iedereen in de ban had gedaan die in zijn cabaret en in zijn persoonlijk leven ‘durft te getuigen tegen de misstanden in onze maatschappij’.Ook werd hem nagedragen dat hij in 1968 als juryvoorzitter van het cabaretfestival Cameretten Neerlands Hoop met Freek de Jonge en Bram Vermeulen niet zag staan en de hoofdprijs gunde aan het traditionele cabaret van Don Quishocking. In de eerste versie van zijn grote geschiedwerk komt Neerlands Hoop niet aan bod. Als Ibo echter in 1982 bij de herziene uitgave de afgeronde loopbaan van het duo kan overzien, rangschikt hij Bram en Freek onder de belangrijkste cabaretuitingen van de jaren zeventig.Toch is voor de capaciteiten en activiteiten van Ibo vrijwel alleen maar lof geweest, zoals bleek tijdens de indrukwekkende hommage die hij op zijn tachtigste verjaardag kreeg van het Amsterdams Kleinkunst Festival.Zijn verzamelwoede heeft geleid tot een gigantisch cabaretarchief met een groot aantal relikwieën, zoals de luit van Pisuisse, een ladenkast van Fie Carelsen, een petje van Wim Sonneveld, en een portret van Fien de la Mar, geschilderd door Isaac Israels. Ibo hoopte dat deze historische souvenirs terecht zouden komen in een Nederlands Cabaret Museum.

 

Bewaren