CARRÉ WORDT OVERSPOELD DOOR DUIZEND STEMMEN


Geplaatst in Theaterreportages/interviews op . Gepubliceerd in: De Krant van Carré‚ nr 3 juni 2012

De muziek van Merlijn Twaalfhoven brengt Amsterdammers bij elkaar

[broodtekst] Hij is de man die met muziek muren wil slechten. En het liefst zet hij honderden muzikanten tegelijk aan het werk. Zo bracht componist/dirigent/altviolist Merlijn Twaalfhoven (Wasperveen, 1976) 400 Turkse en Griekse musici samen in een concert vanaf de daken aan beide kanten van de scheidslijn tussen de kemphaan-bevolking van Cyprus, en liet hij muziek schallen over de afscheidingsmuur in de door Israël bezette Palestijnse gebieden.
In september wil hij laten zien dat muziek ook de muurtjes tussen Amsterdammers kan neerhalen. Van Twaalfhoven: ‘Ja, ook hier zijn muren, want mensen hebben de neiging om in hun eigen kringetje te blijven hangen.’
Op zaterdag 8 september komen oud en jong, man en vrouw, wit en zwart en alles daar tussenin uit alle hoeken van de stad, van de Bijlmer tot aan de andere kant van ’t IJ muzikaal samen. Duizend zingende Amsterdammers in Carré.
Dat vocale leger wordt verdeeld in 25 verschillende regimenten, die weer aangevoerd worden door een solist en een muzikaal leider. Voordat zij het megaconcert geven in Carré hebben ze eerder op die dag de stad al muzikaal opgefleurd met onverwachte flash mob-optredens op pleinen, in openbare gebouwen en in de tram.
De aanloop van dit project – een van de speciale gebeurtenissen ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van Carré – was al bijna even interessant als de explosie op 8 september ongetwijfeld zal zijn. Tijdens de voorronden in De Engelenbak en Klein Carré werden de 25 teamcaptains geselecteerd. Onder het deskundig oog van onder meer zanger Ernst Daniël Smid en zangeres Hind (met hond) werden steeds groepjes van ongeveer 15 kandidaten (vooral vrouwen) in een gemeenschappelijke auditie door Merlijn Twaalfhoven getest op muzikaal talent, maar ook op improvisatievermogen, leiderschap en groepsgevoel.
Met name Ernst Daniël Smid kon zich nog wel eens ergeren aan deelnemers die meer met zichzelf bezig waren dan met de muzikale eenheid. Hij zette de boel dan even flink op scherp: ‘Jullie zitten allemaal naar elkaar te balken, maar je moet goed naar elkaar luisteren. We willen geen privéconcert . Het is fijn als jullie muzikale intelligentie meenemen.’ Maar tijdens het juryberaad toonde hij zich naast de kritiek (‘Een aantal heeft echt gehoorproblemen.’) misschien wel het meest enthousiast over het muzikale niveau van de kandidaten.

Amsterdamse muzikale verscheidenheid

De voorronden lieten de enorme muzikale diversiteit binnen Amsterdam goed zien. De dikke Jordanees met bretels en een stem als een roestige megafoon, de kantoorman met brave operastem, de ruige rocker, de Antilliaanse met het loepzuivere jazz-geluid, de jonge vrouw met de donkere gospelklank, de mooie jongen met verleidelijke glimlach die een boyband tot grote hoogte zou kunnen zingen, en de dame met blote voeten en zwaaiende armen die de zangsessie als een therapieavondje leek op te vatten.
Het zijn die culturele kleuren die voor Van Twaalfhoven zo boeiend zijn. ‘Zelf heb ik nooit met minderheden te maken, totdat ik muziek ga maken. De muziek biedt de werkelijke rijkdom van Nederland. Niet de krant. Die is voor mij maar een voetnoot in de manier waarop je de wereld beleeft. Nee, wat je zelf beleeft is de wereld.’
Van Twaalfhoven houdt van ongebruikelijke locaties voor zijn muziekspektakelstukken: de duinen, een markthal in Bratislava of het ruim van een oude Sovjet-onderzeeër. Is Carré dan niet een beetje saai?
‘Op locatie krijg je veel cadeau. In de duinen werken alle elementen mee. In het theater hebben wind en water geen vrij spel, maar je kunt het theater ook als een locatie zien. Het is meer dan het podium. Ook de pluche stoelen, de foyer, de nissen en natuurlijk het publiek doen allemaal mee. Het zal een mooie wisselwerking worden tussen klank en ruimte. Het karakter van de zaal, de persoonlijkheid van Carré is misschien wel de grootste solist. Carré biedt het ultieme theatergevoel. Het geroezemoes in de zaal is hier perfect.’
De eerste gedachte bij een project met duizend zangers is dat het wel een beetje megalomaan is, en dat er geen contact kan zijn tussen de grote leider en de vocalisten. Van Twaalfhoven ziet dat anders. ‘Als je een meezing Sound of Music wil maken is het natuurlijk makkelijker om voor 1000 mensen te staan, maar zo’n productie vind ik niet interessant. We gaan niet gewoon een uur met dat grote koor op het podium staan. Ik ben bij al die repetities van de 25 teams. Dat wordt behoorlijk intiem, waarbij ik al die duizend mensen in de ogen zal kijken. Ik ga eerst de sfeer van de verscheidenheid, de verschillende culturen proeven, want daar stem ik de compositie op af. Ik zorg er echt wel voor dat ik eerst de ingrediënten leer kennen, voordat ik ga koken.’

Duizend Stemmen in Carré, 8 september.