EEN BOMBARDEMENT AAN WOORDEN, BEWEGINGEN, BEELDEN EN LICHT


Geplaatst in Theaterreportages/interviews op . Gepubliceerd in: De Krant van Carré‚ nr 4 september 2012

Bill T. Jones

Bill T. Jones bevindt zich al dertig jaar in de voorhoede van de Amerikaanse danswereld. Op zeer uiteenlopende avonden in Carré krijgt het publiek een interessante dwarsdoorsnee van het werk van deze choreograaf te zien.

Minstens een keer per twee jaar komt Bill T. Jones (60) naar Amsterdam. Vorige zomer was hij er voor het Holland Festival als choreograaf/regisseur van de orkaanachtige voorstelling over de Nigeriaanse muzikant/activist Fela Kuti.
Ruim veertig jaar geleden kwam hij hier voor het eerst, met zijn vriend en latere danspartner Arnie Zane. Twee jonge, zwarte homoseksuelen. ’s Avonds kantoren schoonmaken en overdag en ’s nachts genieten van Amsterdam. ‘Toen wij in Amsterdam woonden hebben wij geen moment de spanning en angst gevoeld, waar we in de Verenigde Staten zo gewend aan waren geraakt.’
Via workshops bij het KA-Theater raakten ze in de ban van de dans. Die passie is steeds heftiger geworden. Na enkele dansomzwervingen in de VS richtte Jones in 1972 met Zane (die in 1988 aan aids overleed) de Bill T. Jones/Arnie Zane Dance Company op, die verantwoordelijk is voor een lange reeks van spraakmakende producties.
Jones ziet zijn gezelschap als een wereld in zakformaat waarin vele culturen harmonieus samenwerken. De Chinese dochter van slachtoffers van Mao’s Culturele Revolutie, de Mexicaan wiens leven door de drugsoorlog op drift is geraakt, zwart en blank. ‘Wat we maken kan mooi, gevaarlijk, komisch of sexy zijn, maar de kracht is dat het wordt gemaakt door een bonte verzameling mensen.’
In Carré is Classical Music Program te zien, op muziek van Ravel, Mendelssohn en Mozart. ‘Die voorstelling is vooral bestemd voor een romantisch ingesteld publiek dat liever overgoten wil worden door muziek en dans dan door tekst.’
Zijn meeste recente werk Story/Time komt eveneens naar Carré, op een andere avond. Zoals de titel al duidelijk maakt is het gesproken woord daarin wél van groot belang. ‘Je zou het een agressieve hommage aan John Cage kunnen noemen, die de coolness in de avant-garde kunst vertegenwoordigt. Voor Cage waren compositie, uitvoering en het publiek in feite gescheiden van elkaar. Voor mij is die band juist heel sterk. Cage componeerde in de jaren vijftig het stuk Inderterminacy, waarin hij tientallen korte verhalen van een minuut op een en dezelfde toon voorleest, en die vanuit een andere ruimte van verrassende geluiden worden voorzien.
In Story/Time vertel ik ook een groot aantal verhalen van een minuut. Elke avond wordt een andere selectie gemaakt. Over mijn ouders, Arnie, mijn kunst, maar ook over de zeventiende eeuwse Earl of Oxford die in het bijzijn van koningin Elizabeth een wind liet en zeven jaar werd verbannen. Je kunt die verhalen nooit meer navertellen, het zijn er domweg te veel. Maar er blijven wel woorden en sferen hangen. Daarnaast wordt het publiek gebombardeerd met beweging van de dansers, afbeeldingen en licht. Je ziet allerlei citaten uit mijn werk van de afgelopen dertig jaar voorbij komen. De toeschouwer moet in zijn hoofd een geheel proberen te maken van de woorden en de bewegingen. Het publiek is cameraman, editor en ook het geweten van de voorstelling. Het helpt als je avontuurlijk, alert en taalgevoelig bent. Nee, ik maak geen makkelijk verteerbare Broadway shows. Maar als je naar een museum gaat dan richt je toch ook al je aandacht op het schilderij en kijk je niet even of je nog berichten in je telefoon hebt.’

Story/Time (25 oktober) en Classical Music Program (27 en 28 oktober) door Bill T. Jones/Arnie Zane Dance Company.