Een doerak met fobie en lef


Geplaatst in Theaterreportages/interviews op . Gepubliceerd in: Regionale dagbaden

Ze heeft een uitgesproken hekel aan telefoneren. Olga Zuiderhoek noemt zichzelf een ouwehoer en kan eigenlijk alleen maar kortaf zijn tegen een telefonische indringer die haar een verzekering probeert aan te smeren. Als een ander persoon ongelegen belt (‘Misschien lig ik wel even te slapen of heb ik pijn.’) probeert ze heel beleefd niet te laten blijken dat ze geen zin heeft in het gesprek, en begint ze daarom maar te ‘ouwehoeren’. ‘Ik schrijf veel e-mails. Die kun je openmaken wanneer je wilt. Ik durf niet goed naar mensen te bellen, omdat ik dan niet weet of ze aan het eten zijn of zo.’
Toch zit Olga Zuiderhoek dit seizoen veelvuldig met de telefoon aan haar oor geplakt op het podium. Een monoloog voor meerdere personen, zo zou je De Caracal kunnen noemen. Schrijfster Judith Herzberg laat in haar toneeltekst een vrouw een avondje telefoneren met een lange trits mensen, waaronder haar moeder, haar zus, haar kapper, en een psycholoog die haar erop wijst dat op school waar zij werkt een maf jochie rondloopt dat in de tassen van andere leerlingen plast. Maar dat ene telefoontje, waar zij de hele avond op wacht, dat ene telefoontje komt maar niet. Een zielige vrouw? Een neuroot? Iemand met een te grote fantasie, die zichzelf in de maling neemt?
Olga Zuiderhoek weet dat ze voor dat soort vragen niet bij de schrijfster van het stuk hoeft aan te komen. Want Judith Herzberg beschouwt een toneeltekst als een huis waar net de stukadoors uit zijn en waar de nieuwe bewoners alles mee kunnen doen. Of beter nog, alles mee moeten doen. Haar bemoeienis eindigt met het inleveren van de tekst. Zuiderhoek: ‘Ik heb in het verleden heel wat stukken van Judith gespeeld. Prachtige taal, maar zij maakt het de acteurs heel lastig. Wij moesten ons altijd de pleuris werken om die literaire A4’tjes die ze elke dag maar weer op tafel gooide, tot een stuk te maken.’
Dus zoekt Olga Zuiderhoek het zelf maar uit. Vol overgave en met plezier, samen met regisseur Michiel van Erp, die filmbeelden bij het stuk heeft gemaakt. In 2003 maakte het duo een kleine uitvoering van De Caracal, maar dit keer worden de grotere zalen opgezocht en wil Zuiderhoek er meer ‘kermis’ bij maken.
‘We laten het in Amsterdam spelen, de enige stad die Michiel en ik goed kennen. Michiel is regisseur van uitgesproken documentaires die wereldwijd worden bekeken en gehuldigd. Zoals zijn laatste film Angst, over mensen met fobieën, waarin hij griezelig dicht bij de mens komt. Daarmee willen we deze vrouw ook extra belichten, zodat haar geheimen zichtbaarder worden. Ik vind haar niet zielig, ik zie haar ook niet als een gek. Ze is wel een doerak en ze heeft lef.’
De recensies van de eerste kleine serie waren zeer enthousiast. ‘Olga Zuiderhoek is meester van de suggestie’, kopte de NRC. De Volkskrant kon er maar niet achterkomen wat nou in het hoofd van de vrouw op het podium speelde en wat echt was. En enigszins vertwijfeld vroeg de recensent zich af: ‘En ja, hoe zit het met die caracal?’
Ja, de caracal. Een mooie, maar ook griezelige woestijnkat. Het dier komt in een aantal gesprekken voor. Maar wat wordt er nou mee bedoeld? Een opgezet beest? Een stuk bont? Een beeld? En waarom komt het beest steeds ter sprake? Nee, natuurlijk weer geen antwoord van Judith Herzberg, en ook Olga Zuiderhoek laat het graag in het midden. Het is een van de mysterieuze kanten van het stuk. ‘Het is in ieder geval een prachtig woord, dat je nooit meer zult vergeten.’
Een vrouw alleen op het podium, en geen cabaretière. Veel vaagheid. En toch is het stuk met grote gretigheid door de theaterprogrammeurs dit seizoen en ook al voor volgend seizoen binnengehaald. De actrice zal het zonder gespeelde bescheidenheid ontkennen, maar het heeft natuurlijk alles met de naam van Olga Zuiderhoek te maken, die vanaf haar tijd bij het Werkteater in de jaren zeventig (met onder meer Joop Admiraal en Peter Faber) tot haar vurige Martha in Wie is er bang voor Virginia Woolf? vorig seizoen het Nederlandse theaterlandschap in vrijwel alle tinten heeft gekleurd.
Zij heeft wel eens heimwee naar de Werkteater-tijd, toen er naar lieve lust geëxperimenteerd kon worden. Een sfeer die ze nog steeds herkent bij Toneelgroep Amsterdam. Tegenwoordig krijg zij de ruimte niet meer voor experimenten. Mensen van haar kaliber krijgen geen subsidie, omdat die ‘de zaal toch wel vol krijgen.’ Als er dan geen overheidsgeld komt, vindt zij wel dat vrije producenten hun artistiek voordeel moeten doen bij de beperkingen. ‘Als je geen geld hebt om een dure decorontwerper te betalen, die eikenhout gebruikt, maak dan geen lelijk decor, maar doe als Gerardjan Rijnders bij Wie is er bang voor Viginia Woolf? Een mat, twee Chesterfields en een bel. That’s it. Dat vind ik alleen maar heerlijk als ex-Werkteater. Hoe minder rotzooi, hoe beter, terwijl ik natuurlijk ook best in een mooi decor wil staan.’
Hoe veelvuldig zij ook geroemd wordt, hoe serieus zij haar werk ook neemt, zij zal zich nimmer scharen achter de collega’s die spreken over ‘het vak’ en dat woord met een misplaatste superieure arrogantie uitspreken. ‘Schoenmaker is ook een vak. Ik kan me voorstellen dat hoeren spreken over ‘het vak’, want anders moeten ze zeggen dat ze zich rot neuken met mannen voor geld. Maar de rest is ijdelheid.’
Het hart van Olga Zuiderhoek ligt bij de hardwerkende talentvolle kunstenaars die vernieuwen, die iedere dag opstaan om er hard aan te werken, ook in het weekend. Daarom houdt zij zo van de mentaliteit van de Rotterdammers, ook al woont zij al vanaf haar studententijd in Amsterdam. ‘Daar is zo’n vanzelfsprekende energie. Als iemand in Amsterdam hard werkt, dan is hij daar meteen trots op. Er is minder gezeik in Rotterdam. Als een Amsterdammer een kunstwerk op straat niet begrijpt dan zegt hij tegen zijn zoon dat hij het mag bekladden. Rotterdammers voelen zich niet minder dan een kunstenaar. Die zeggen: Ik snap niet wat die Picasso bedoelt, maar dat beeld staat er goed hoor.’

De Caracal, tekst: Judith Herzberg, spel: Olga Zuiderhoek, regie en film: Michiel van Erp. www.hummelinckstuurman.nl