Een lijk kan heus wel wachten


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

‘Het huwelijk van Joop en José was langzaam achteruitgegaan. Als een auto op een heuvel zonder handrem.’
Zo begint Bert Klunder zijn debuutroman Een lijk kan heus wel even wachten. Klunder is er niet vies van om meteen het noodloot op tafel te gooien, zoals zijn programma’s ook stijf staan van de treurigheid. Maar de droefenis wordt altijd heel geestig verpakt.
Het romandebuut is ook meteen zijn laatste boek, want vorig jaar kreeg Klunder twee hersenbloedingen, die hij niet overleefde. De eerste kreeg hij in de pauze van de zesde try-out van zijn programma Wie en wat er allemaal deugt: leuke dingen waar je overheen kijkt. Een vrolijke avond met Bert Klunder. De tekst is na zijn dood door Hans Dorrestijn ingesproken en is als cd bij het boek gevoegd. Zo heeft de koper van Klunders boek een belangrijk deel van het oeuvre van deze vrolijke chagrijn in handen. Als appendix krijgt de lezer namelijk ook nog de teksten van Visch en fruit en Varkenswassen, twee programma’s die hij samen met zijn vrouw Mylou Frencken heeft gespeeld. En de roman zelf is weer een slimme collage van drie solo’s van Klunder waarin hij beklagenswaardige mannen zowel ophemelt als uitkleedt. Al zijn personages hebben een hekel aan de mensheid in het algemeen, vrouwen in het bijzonder en vooral de eigen echtgenote. Het universum van Klunder is gitzwart, maar als je goed kijkt zie je toch nog wel een randje van licht.
De hoofdpersoon in de roman lost zijn huwelijksprobleem rigoureus op. ‘Doe nooit iets tegen je zin, dacht Joop en hij drukte de keel van José langzaam dicht. José sputterde nog een beetje tegen maar wendde ten slotte haar hoofd af. Klaar. Joop liep de kamer uit, ging naar beneden, trok de ijskast open en pakte een biertje.’
Voordat hij eraantoe komt om zich van het lijk te ontdoen, moet hij met zijn kinderen naar een feestavond op school, komt de pianostemmer onverwacht langs en raakt hij bij het kanaal aan de praat met een visser. Alle mannen zijn diep ontevreden met hun levenslot. Tijdens het lezen van de dialogen, de eindeloze herhalingen van argumenten en nieuwe vergelijkingen, hoor je de brommerige stem van Klunder en zie je hem een beetje bozig en geniepig door zijn half dichtgeknepen ogen de zaal inkijken. Alsof hij constant wil zeggen: ‘Ja, jongens, ik heb het over jullie.’ Bij hem zijn herhalingen niet saai. Het zijn bouwstenen, waarmee een piramide van lach wordt gebouwd. In dat opzicht lijkt Klunder een beetje op Toon Hermans.
Klunder overleed voordat hij zijn ruwe roman heeft kunnen bijslijpen. Hij zou er ongetwijfeld een paar inconsequenties uit hebben gehaald en sommige formuleringen zou hij hebben aangescherpt. Hij zou nog wat franjes hebben weggeknipt, want voor Klunder gold: Hoe kaler, hoe beter. Maar zo kaal als het cabaretlandschap is zonder Klunder had nou ook weer niet gehoeven.

Bert Klunder: Een lijk kan heus wel even wachten. Nieuw Amsterdam € 17,95