Alle mensen verzamelen door Emilio Guzman, regie: Laura van Dolron. De Kleine Komedie Amsterdam 30 januari. Tournee tot eind mei.
***
Emilio Guzman is een uiterst beleefde man. De grens tussen beleefdheid en lafheid is echter uiterst dun, maar hij komt ermee weg als hij zich afzijdig houdt bij uit de hand gelopen ruzies. Sterker nog, zijn vriendin ziet de lafheid als aantrekkelijk pacifisme.
Toch zit die zachte, vrouwelijke kant Guzman, die alleen door zijn moeder is opgevoed, wel dwars. Samen met zijn robot – een sterke vondst, waarmee de avond wordt geopend –, die zowel zijn praatpaal als geweten is, gaat hij op zoek naar de scherpe, ongeremde kant van zichzelf. In de leeghoofden die ‘daar moet een piemel in’ roepen, de wartaal uitkramende bierfietsers en Halbe Zijlstra die onzinopmerkingen maakt over asielzoekers die hier komen voor een borstvergroting heeft Guzman aantrekkelijke boksballen. Als hij eenmaal op stoom komt, zien we een uitstekende stand up comedian/cabaretier.
Aan de zeer geestige tirade, waar een oprechte woede achter steekt, zitten twee nadelen, waarvan Guzman er zelf al een benoemt: de piemel-jongens komen natuurlijk niet in het theater, zeker niet naar de voorstelling van een aardige, linkse cabaretier.
Het tweede is het gebrek aan originaliteit. Het is begrijpelijk dat Guzman, die als driejarige met zijn Nederlandse moeder naar Nederland vluchtte om aan het kwaadaardige juk van zijn Spaanse vader te ontsnappen, zich het lot van vluchtelingen extra aantrekt. Hij weet hoe het is om een gelukzoeker te zijn. In Ouderkerk aan den IJssel, de streng gereformeerde woonplaats van zijn jeugd werd hij als katholiek en ‘vreemdeling’ in de hoek geduwd. Maar veel verder dan een goedbedoelde, humoristische sympathiebetuiging komt hij eigenlijk niet. We willen zo graag weten wat er achter de komma komt.