Feyenoord suppoost Crooswijk is dood. Net als de beste klant van Jamin


Geplaatst in Theaterreportages/interviews op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

Feyenoord-suppoost Crooswijk is dood. Net als de beste klant van Meneer Jamin, die vooral gek was op de koekjes en de roompudding, en de Italiaanse ijssalonhouder uit de comedy serie Cassata. Maar ook de wereldvreemde, pompeuze Don Adriano de Armado uit Shakespeare’s Love’s Labour’s Lost en de vrome veldprediker uit Oh, wat een heerlijke oorlog. Met andere woorden: acteur Ton van Duinhoven (Schiedam, 1921) is overleden. Van Duinhoven was al ruim vijf jaar bedlegerig vanwege een evenwichtsstoornis.
Direct na de bevrijding in 1945 trok Van Duinhoven naar Amsterdam, waar hij aan de slag ging als sportverslaggever bij Het Parool. Samen met onder meer Simon Carmiggelt en Han Hoekstra maakte hij deel uit van het journalistencabaret De Inktvis, waarvoor Annie Schmidt veel teksten schreef. De beroepscabaretiers zagen in De Inktvis een mooie vijver van talent waarin het vrij vissen was. Van Duinhoven, de enige goede zanger van het gezelschap, werd door Wim Kan naar zijn ABC-cabaret gehaald. Van Duinhoven heeft Kan altijd beschouwd als de man die een beslissende wending aan zijn leven heeft gegeven door hem in te wijden in het beroepstheater. Als Kan aan het einde van het eerste seizoen enigszins minzaam tegen Van Duinhoven zegt: ‘Zo’n krant is ook mooi.’, betekent dat voor Van Duinhoven dé stimulans om definitief acteur te worden en bij iedereen alle twijfels weg te spelen. Na een jaar met Wim Kan volgt een seizoen in het Cabaret Martie Verdenius. Zijn eerste radio-optreden is in Wim Ibo’s Triangel in 1949, en zeven jaar later is hij voor het eerst op tv te zien in de Muiterij op de Caine.
In de jaren vijftig begint zijn serieuze film- en toneelcarrière, waarbij hij Cor Ruys als zijn echte toneelvader beschouwde. De veelzijdige acteur heeft een feilloze intuïtie om zich in te leven in zijn karakter, of het nou een Chinees is die in het Rijksmuseum rondloopt, Rechter Brack uit Hedda Gabler van Ibsen of een personage van Pinter of Shakespeare.
In 1960 maakt hij als zanger deel uit van de Nederlandse equipe op het Knokke Festival, samen met Rita Reys, Corry Brokken, Teddy Scholten en Willy Alberti. In datzelfde jaar trouwt hij met actrice Ina van Faasse, met wie hij in diverse amusementsprogramma’s optreedt.
Van Duinhoven wordt bekend door tv-series als De Nonsens en Treurniet-show, de Van Speijkshow en vooral Hadimassa, het satirische programma met onder meer Kees van Kooten, Wim de Bie en Annemarie Oster. Befaamd werd zijn creatie van de Feyenoord suppoost Van Crooswijk. Deze man was in veel opzichten de tegenpool van de Ajax-donateur Van Duinhoven. De stadionwacht was vreugdeloos en bekrompen, terwijl Van Duinhoven graag lachte en vooroordelen verfoeide, maar ‘wat mij imponeert en ontroert is dat hij op zijn stuk staat.’
We kennen allemaal de typetjes, een wat beperkter deel van het publiek kent Van Duinhoven als de acteur, maar wat hem verder bewoog bleef voor het grote publiek onzichtbaar. Ook in het boekje ‘Dit ben ik geloof ik zelf’ uit 1973 heeft hij duidelijk geen zin in een lang levensverhaal, hoe het allemaal gekomen is. ‘Ik geef m’n eigen ik niet graag bloot, maar ik ruil ‘m graag voor een betere.’
Toch laat hij dan wel merken dat hij gemengde gevoelens heeft over het feit dat hij in de eerste plaats werd erkend en bejubeld als een komisch acteur, een typetjesmaker.
Zijn productiviteit was zeer hoog. In 1976 schrijft hij samen met Roeland Kerbosch het scenario voor de speelfilm Vandaag of morgen. Van Duinhoven was in die periode vrijwel gelijktijd in vele verschillende creaties op televisie en in het theater te zien. Een van de meest merkwaardige rollen die hij heeft gespeeld was als farao in de VPRO-productie Rampsinitos en de dief, geschreven door Jan Blokker. Hij genoot van de bizarre setting: behangen met twintig kilo prachtige sieraden en omringd door vele naakte danseressen en zwarte slaven, temidden van vierduizend jaar oude kunstschatten uit het Oudheidkundig Museum van Leiden en een bonte verzameling wilde katten, lynxen, apen en eenden. De laatste grote rol die hij speelde was die van Ronald Reagan in de vierdelige VPRO-serie Reagan: let’s finish the job, eind jaren tachtig.
In 2008 treedt Van Duihoven nog één keer naar buiten voor de documentaire ‘Ton van Duihoven, een spoor van rook’ van regisser Barbara Makkinga. Zijn (theater)vrienden Hans Croiset, Nico Knapper en Kees Verkade komen bij hem langs en praten over langdurige vriendschap, ouderdom met gebreken en vergankelijkheid. Van Duinhoven komt naar voren als een gedreven man die vanuit zijn perfectionisme geregeld de confrontatie aanging met vrienden en collega’s. Aan het slot van de documentaire kijkt Ton van Duinhoven over de grens van zijn leven heen, naar zijn artistieke erfenis. Het klinkt als een Pinter-achtige monoloog: ‘Een spoor van rook. Niet veel om na te laten, maar toch, het werd gezien.’