Geen Vledder in de tropen


Geplaatst in Theaterreportages/interviews op . Gepubliceerd in: Regionale pers

Geen Vledder in de tropen
Baantjes-duo in Stille Kracht

Nee, Victor Reinier gaat niet meer zeggen dat het na dit jaar afgelopen is met de politieserie Baantjer. Dat hebben De Cock, Vledder en de rest namelijk al zo vaak aangekondigd, en dan werd er toch weer een nieuwe serie aan vastgeplakt. Waarom ook niet? Bij elke nieuwe aflevering zitten bijna drie miljoen kijkers aan de buis om de het vaste Baantjer-menu te consumeren: een (over het algemeen) interessante moordzaak, een beetje Amsterdamse couleur locale, een jongensachtige Vledder, een enigszins geforceerde doorbraak in het café in de rosse buurt en een tamelijk onnozele overpijnzing ten huize van meneer en mevrouw De Cock. En bij een herhaling (of een herhaling van een herhaling) zijn er nog steeds twee miljoen kijkers.
Strakjes komt Victor Reinier het podium op als een Nederlandse ambtenaar in de Indische tropen in het stuk De Stille Kracht. Ziet het publiek dan niet Vledder? We hebben daar de term ‘Swiebertje-effect’ voor bedacht.
Reinier loopt ontspannen rond op de Baantjer-set, een tot politiebureau omgetoverd gebouw aan de vervallen noordrand van het centrum van Amsterdam. Het zonnetje schijnt, het bovenlijf ontbloot, en voor het Swiebertje-effect is hij helemaal niet bang. ‘Swiebertje is het grootste typetje dat op de Nederlandse televisie is geweest, maar Vledder is de jongen van om de hoek. Hij heeft bravoure, is niet al te ambitieus, maar is geen helder karakter met trekjes die er bij de kijker ingeramd worden. Niet zoals De Cock met zijn regenjas en het hoedje dat hij op de kapstok gooit, en niet zoals commissaris Buitendam die De Cock ongeduldig en geïrriteerd zijn kamer uitstuurt. Trek Victor Reinier een pak aan en laat hem zelfstandig denken en hij heeft niets meer met Vledder te maken. Ik heb op school gezeten, ik heb een vak geleerd, en heb veel opgestoken van mijn tante Annet Nieuwenhuijzen, een waanzinnige actrice. En nu kan ik Vledder spelen, maar ook iemand anders.’
In De Stille Kracht, de succesroman van Louis Couperus gaan we ruim een eeuw terug in de tijd: Nederlands-Indië in de goddelijke tijd dat het blanke gezag onaangetast leek. Toch zijn de tekenen van een naderend onheil al zichtbaar voor degene die zich niet van de werkelijkheid heeft afgesloten. Zo iemand is controleur Frans van Helderen, de personage van Victor Reinier. Van Helderen is een Nederlander die in Indië is geboren en met een Indische vrouw is getrouwd. Hij leeft tussen de twee culturen en ziet dat een botsing onvermijdelijk is. Voor Reinier is het een interessante rol vol twijfel en begrip.
De roman van Couperus heeft Reinier niet gelezen. Dat is voor een jongen met dyslexie ook een hele klus. Maar oef, wat kan hij zich Pleunie Touw nog goed herinneren in de televisiebewerking ruim dertig jaar geleden. Hoe zij zich na het baden in volle glorie afdroogt en dan plotseling wordt ondergespoten met bloed. Pesterijen van de lokale bevolking die de overspelige vrouw van de resident (en dan nog wel met haar stiefzoon) in het nauw wil drijven of de mysterieuze stille kracht?
Naast deze herinnering heeft Reinier nog meer pijlen op zijn boog om zich in de Indische wereld te verplaatsen: de vele gesprekken met zijn Indonesische vrienden, zoals Martin Schwab, die niet alleen naast hem speelt in Baantjer, maar ook in De Stille Kracht, zijn grote voorliefde voor geschiedenis, zijn ‘mystieke jeugdervaringen’ met tafeldansen en glaasje draaien, en zijn oma van vaders kant, die een onvervalst koloniaal leven heeft geleid. ‘Als zij een kopje thee had gezet, moest ze even gaan zitten, want dan had ze toch wel ontzettend haar best gedaan in de keuken.’
Vanuit het geschiedenislokaal op Het Amsterdams Lyceum had hij uitzicht op het controversiële monument voor Van Heutsz, de man die zonder enige scrupules het weerbarstige Atjeh heeft gepacificeerd. Zijn geschiedenisdocent leerde hem de gebeurtenissen van beide kanten te bekijken. En zo drong bij de Reinier het besef door dat Nederlanders geen enkel recht hebben om de Duitsers de morele les te lezen. Ook vindt hij dat we eerst maar eens goed naar ons gewelddadige Indische verleden moeten kijken voordat we op de Amerikanen gaan schelden vanwege hun acties in Vietnam. ‘De Amerikaanse tactiek om hele dorpen in de fik te steken en alle bewoners af te slachten hebben ze gewoon afgekeken van onze smerige koloniale oorlogen.’
Reinier is blij dat hij in De Stille Kracht dieper kan gaan dan in Baantjer. ‘Televisie is snel. Vandaag lees ik het, morgen speel ik het, vlug knippen en plakken en het is klaar voor de buis. Voor een theaterstuk ga je zes weken met elkaar in een afgesloten beschermde ruimte op zoektocht naar de karakters. Het is wel eens leuk om iets verder te kunnen gaan dan de bekende vraag: Waar was u tussen 8 en 12 uur ’s avonds?’

De Stille Kracht van Louis Couperus door Theaterbureau Hummelinck Stuurman. Bewerking en regie: Ger Thijs. Met Victor Reinier, Martin Schwab, Tom Jansen, Johanna ter Steege, Heddy Lester, Oda Spelbos, Esther Scheldwachten Joris Maussen. 15 oktober – 21 februari, première: 28 oktober 2006