Gitzwart oorlogsrepertoire met naschok


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

Heb dank, o majesteit door Theatergroep Flint, samenstelling: Maarten Eilander, regie: Eva Bauknecht, De Roode Bioscoop Amsterdam. Aldaar tot 30 mei.

In de radio-uitzending van 25 juli 1943 van het Zondagmiddagcabaret van Paulus de Ruiter wordt koningin Wilhelmina bedankt voor haar toespraken vanuit Londen, waarmee zij ‘het tuig moreel blijft steunen, dat hier op vrouw en kind zijn bommen nedersmijt.’ Ook wordt de majesteit bedankt voor de manier waarop zij het moederschap invult. ‘Dat gij uw eigen kinderen eerst veilig hebt gesteld met goed en wijs beleid. Laat ons creperen hier. Hun kan geen bom daar hinderen. Dus sterven wij gerust. Heb dank, o majesteit.’
De cynische tekst, die door Ceesje Speenhoff werd uitgesproken, heeft een hoog literair gehalte. Hij kwam dan ook uit de pen van Jacques van Tol, een van de meest getalenteerde tekstdichters die Nederland ooit heeft gekend. Van Tol was de grote man achter het infame NSB-Zondagmiddagcabaret, waarin het beleid van de Duitse bezetter onvoorwaardelijk werd geprezen. Soms hanteerde Van Tol de botte bijl, zoals in de ronduit schofterige antisemitische variant op De Kleine Man, de hit die hij zelf voor Louis Davids had geschreven:
Waar hebben enk’le dwazen nu nog medelijden mee?
Men zegt: ‘Hij kan zich nu niet meer verweren.’
Let dan eens op: hij woekert nog in boter, vet en thee,
En levert je voor bloedgeld dure kleren.
Wie is het die niet zucht, voor geen gebrek beducht.
Steekt voor de bus van Winterhulp zijn haakneus in de lucht.
Maar misschien nog effectiever waren zijn subtiele teksten, zoals Draai je hoofd om op straat. Daarin wordt de manier waarop in het verleden nieuwe frisse ideeën, zoals liberalisme en socialisme zijn bekritiseerd door behoudende lieden op één lijn gesteld met de negatieve houding tegenover de NSB.
David Vos en Felix Strategier van Theatergroep Flint brengen in Heb dank, o majesteit een ontroerende en beklemmende compilatie van ‘foute en stoute liederen uit de oorlogsjaren.’ Naast materiaal van Paulus de Ruiter horen we ook het tegengeluid van cabaret De Watergeus dat vanuit Londen werd uitgezonden en passende liedjes van voor en na de oorlog. Vaak is het pas na een paar coupletten duidelijk uit welke hoek een lied komt.
Het is een met zorg samengesteld programma, uitmuntend begeleid door celliste Djoeke de Graaf en gitarist Joeri de Graaf, die uit zijn Braziliaanse custom-made 8-snarige gitaar zowel hot-jazz als melancholieke jiddische muziek kan halen.
Strategier waarschuwt vooraf dat het geen gezellige avond wordt met zouteloze liefdesgeschiedenisssen. Die waarschuwing is niet overbodig. Je moet je behoorlijk schrap zetten tegen het gitzwarte repertoire. Theater met een heftige naschok.