Het Amsterdams Lyceum in New York


Geplaatst in Onderwijs op .

De heenvlucht is goed voor het nakijken van twee proefwerken, drie kleine schriftelijke overhoringen, en Hollywood Ending van Woody Allen. Als de landing naar JFK-Airport wordt ingezet kijk ik wat mijn buurman antwoordt op vraag C van de entreekaart van het Amerikaanse Ministerie van justitie, afdeling Immigration and Naturalization. Of de bezoeker ooit betrokken is geweest bij spionage, sabotage, activiteiten van terroristische aard of rassenmoord, of tussen de jaren 1933 en 1945 op een of andere wijze deelgenomen heeft aan de vervolging van personen, in samenwerking met het nazi bewind van Duitsland of zijn bondgenoten?
Goh, hij zet een kruisje in het ‘nee’ vakje. Dat hadden we niet verwacht.
Bij het immigratiehokje op het vliegveld worden een paar meisjes uit het Amsterdamse gezelschap die hun verblijfadres op de kaart niet volledig hebben ingevuld getrakteerd op het bijna traditionele gesnauw van de immigratiebeambte. Die lijken in de VS vooral opgeleid om zich zo onhebbelijk mogelijk te gedragen. Dit in tegenstelling tot het bijna overdreven vriendelijk gedrag van Amerikaans winkelpersoneel dat de klant meestal verpulvert onder een bombardement van loze kreten als how are you en have a nice day!
Na het vervelende grensritueel kan het New Yorkse feest beginnen. Zeven leerlingen en een docent van Het Amsterdams Lyceum. Met dank aan Jörg Haider.
Dat zullen waarschijnlijk niet al te veel weldenkende mensen kunnen en durven zeggen. Maar toch moet ik de rechts-radicale nationalist uit Österreich dankbaar zijn voor zijn dubieuze politieke standpunten. De School of the Future, een middelbare school uit New York heeft een aantal jaren de aangename vruchten geplukt van een uitwisseling met een school in Wenen. Oostenrijkse leerlingen naar het Vrijheidsbeeld, naar de bovenste verdieping van het Empire State Building en een veel te dure Broadway show. De New Yorkers naar de Stephanskirche, het Prater en een Mozart-uitvoering. En alle leerlingen in beide steden naar McDonalds. Iedereen tevreden.
Toen kroop Jörg Haider uit zijn Karintische hol en sloop naar Wenen. Dat werd de leiding van de School of the Future toch iets te gortig. De school geldt als een uitgesproken voorbeeld van een etnische smeltkroes. Er worden 35 talen en vele Chinese dialecten gesproken. Men had weinig zin om de joodse leerlingen, de jongens en meisjes uit Chinatown, Spanish en Black Harlem, de Vietnamese en al die andere niet-arische Amerikaanse scholieren naar een land te sturen waar de regering xenofobie tot het belangrijkste uitgangspunt van het beleid had uitgeroepen. En toen kwam Het Amsterdams Lyceum in beeld.
Jonathan Gray, leerlingbegeleider en spil van de School of the Future is bevriend met Ed Schoonveld, consultant van een farmaceutisch bedrijf in New York en broer van de rector van Het Amsterdams Lyceum. Binnen een paar weken was de nieuwe uitwisselingsrelatie geregeld en konden de New Yorkse studenten naar het VOC-schip, het Anne Frank Huis en het Rijksmuseum. En natuurlijk naar het populaire uitgaanscentrum De Melkweg. Het liberale nachtleven in Amsterdam is en blijft ten slotte de grote trekpleister voor Amerikaanse jongeren, die weliswaar in eigen land met groot gemak aan een vuurwapen en een rijbewijs kunnen komen, maar die voor het bestellen van een biertje hun ID-card moeten tonen ten bewijze dat ze 21 jaar zijn. Om over het roken van een joint maar helemaal te zwijgen.
Na de eerste succesvolle over-en-weer-ronde, dreigde Osama Bin Laden de tweede uitwisseling te torpederen. De Amsterdammers besloten echter vorig jaar oktober ondanks de spanning toch naar New York te gaan. Het werden tien van de meest indrukwekkende dagen in het leven van de tieners die werden geconfronteerd met de materiële en geestelijke wonden die de VS, en vooral New York, had opgelopen. De wonden zijn inmiddels littekens geworden, waar de optimistische Amerikanen mee hebben leren leven. Sterker nog, het lijkt alsof president Bush blij is met de klap die Amerika op 11 september 2001 is toegebracht. Want zo heeft hij een prachtige reden om zich als een 19e eeuwse cowboy te gedragen die de wereld wil zuiveren van terroristen, fanatieke islamieten, antipatriotten of hoe de lastige Indianen tegenwoordig ook worden genoemd. Ook de immer attente commercie ruikt kansen. Zo ligt momenteel de FDNY Firefighters kalender 2003 in de winkel: een stoere brandweer-stud staat met ontbloot bovenlijf in een uitdagende pose voor het Empire State Building. Ironisch, dat de terreurdaad van die preutse islam-radicalen een commerciële soft porno actie tot gevolg heeft.
Het is een van de vele verwarrende beelden die New York te bieden heeft. De Amsterdamse leerlingen, die zijn ondergebracht bij New Yorkse leeftijdgenoten (vooral in Brooklyn), komen elke dag met nieuwe voorbeelden aanzetten. Zonder uitzondering verbazen zij zich erover dat er in hun gastgezin geen gezamenlijke maaltijd wordt gebruikt. Iedereen graait in de ijskast als hij of zij honger heeft. Veel en vet eten, veel Amerikanen zijn onsmakelijk dik. Nooit met z’n allen aan tafel, de televisie bijna altijd aan. Dan is er dus vrijwel geen enkel rustmoment waarop de gezinsleden eens met elkaar kunnen kletsen. Een docent van de School of the Future gaat daar in een van de lessen die wij bijwonen op in en concludeert dat Amerikanen daarom zoveel naar de psychiater gaan. ‘Als er thuis niet naar je geluisterd wordt, dan moet je iemand betalen om je verhaal aan te horen.’
In de volgende klas vallen we in een

nieuwe verbazing. De wiskundeleraar houdt er in zijn lokaal een kleine snoepwinkel op na. Terwijl in Nederland de meeste docenten kauwende leerlingen naar de prullenbak sturen om zich van hun lekkernij te ontdoen (Oh Heer, heb meelij met de schoonmaakploegen, die aan het eind van het schooljaar de kauwgumresten van de onderkant van tafels en stoelen met een plamuurmes moeten weghakken), stimuleert deze docent het nuttigen van versnaperingen in de klas. De winst die zijn kleine Jamin-nering oplevert wordt gebruikt om schriften en ander schoolmateriaal aan te schaffen.
Wat? Te weinig papier en krijtjes? Is dit de Derde Wereld of zo?
Jonathan Gray legt ons tijdens de rondleiding door het schoolgebouw (tien kleine verdiepingen in het Zuidelijke deel van Manhatten, 600 leerlingen) uit dat de publieke gezondheidszorg en het openbaar onderwijs het zwaarst zijn getroffen door de gemeentelijke bezuinigingen als gevolg van Nine Eleven, zoals de World Trade Centre-ramp van 11 september meestal wordt genoemd. Het openbaar onderwijs is in de VS altijd al een stiefkind geweest. Mensen die het zich kunnen veroorloven sturen hun kinderen meestal naar privé-scholen, die ongeveer $ 25.000,– per jaar kosten. Dat hoge bedrag garandeert trouwens geen topkwaliteit. Gray vertelt dat vrijwel alle kinderen van de leden van de Board of Education, de gemeentelijke instelling die de eindverantwoordelijkheid heeft over het openbare onderwijs in de stad, naar privé-scholen gaan.
Ondanks de tegenwind houdt de School of the Future zoveel mogelijk onderwijsidealen overeind. Er lopen 25 leerlingen rond met fysieke en leerproblemen. Sommigen hebben een 1 op 1 begeleiding, er is zelfs een leerling die drie permanente begeleiders heeft. Het systeem is ongetwijfeld goed voor de integratie, maar het vergemakkelijkt een schoolreisje niet echt. Leerlingen onder de poverty line kunnen voor $ 0,50 op school eten. Toch kiezen ook deze leerlingen vaak voor een gang naar McDonalds.
De relatief kleine klassen (ongeveer 25 leerlingen) zijn mogelijk omdat de docenten vrijwillig meer uren draaien. Nieuwe bezuinigingen worden opgevangen door een kleinere administratieve staf en een appèl op de meer draagkrachtige ouders, die hun kind om principiële redenen naar een openbare school sturen, om met een extra bijdrage over de brug te komen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de vaak jonge docenten na vijf tropenjaren meestal kiezen voor een beter betaalde baan op een privé-school in de rustige suburbs.
Verbazing, verwarrende beelden bepalen de tien dagen in New York. Soms zit het in de kleine dingen. Zoals een oude dame in het American Museum of Natural History met het dubbelzinnige ‘Fossil explainer’ bordje op haar jasje. Of de twee meisjes die hand in hand lopen. Het Chinese meisje heeft een diskman in haar hand en een speakerdopje in haar oor, haar Arabische vriendin heeft het andere dopje achter haar sluier gefrommeld. Of de witte Amsterdamse jongen die in de zwarte swingende kerk constant uit de maat klapt. Of het overdreven spastische Amerikaanse gedrag tegenover rokers. Of de wufte dames met hun design baseballcaps die met hun minuscule hondjes door Central Park paraderen. Als ik mijn dagelijkse rondje ren (Ik logeer chic in Manhatten bij Ed Schoonveld, vlak bij het park) heb ik moeite om niet te struikelen over de krengen, die nog kleiner zijn dan de eekhoorntjes, en genetisch gemanipuleerd lijken om in de New Yorkse appartementen te passen. Of de gang naar de wc in een klein Chinees restaurant: over het gat naar de kelder springen, over een emmer kip klauteren, en tussen twee kleine kinderen doorwurmen die groente snijden.
Maar het zijn vooral de grote dingen die de echte verwarring zaaien. Ground Zero is nog steeds een onwezenlijk kale plek. Het groeiend aantal daklozen in het rijkste land ter wereld, waar de sociale voorzieningen op z’n zachtst gezegd aan de magere kant zijn. Elke avond kruipen de duizenden in hun kartonnen doos op de trappen van de kerk of boven de warme luchtroosters van de underground. Ook al kom je voor de twintigste keer in de Verenigde Staten, het blijft een ongelooflijk beeld.
Positieve verwarring in Central Park. Het park is op een zonnige zondagmiddag de verzamelplek voor de vele duizenden Amerikanen die niet kritiekloos achter Bush aanlopen in zijn blinde kruistocht. Not in my name is de naam van de beweging die Bush en zijn collega-haviken duidelijk wil maken dat een oorlog met Irak een heilloze onderneming is en alleen maar de belangen dient van de oliemaatschappijen. Het grootste deel van het Congres en het Amerikaanse volk staat achter Bush, maar het is verfrissend te ontdekken dat de kritische vlam die ten tijde van de Vietnam-oorlog zo krachtig brandde, nog niet geheel gedoofd is. Onder de tegenstanders van de oorlog bevindt zich natuurlijk een grote delegatie Vietnam-veteranen. Maar er zijn ook strijders uit de 2e Wereldoorlog en zelfs vrijwilligers van de Abraham Lincoln-Brigade die in de Spaanse Burgeroorlog in de tweede helft van de jaren dertig van de vorige eeuw tegen de Nationalisten van Franco hebben gevochten.
De speeches van de 11 september brandweerman, de Libanese vrouw die niets meer van haar man heeft gehoord, nadat hij voor ondervraging werd opgepakt, en acteur Tim Robbins zijn fel en emotioneel. De media wordt verweten dat zij zich laten gebruiken als the biggest weapon of mass-distraction.
Een bebaarde mid-veertiger heeft naast zijn pacifisme ook nog iets anders aan zijn hoofd. Hij stapt gedecideerd op een knappe protesteerder af en opent met: ‘Are you single?’
Als het onderwerp Irak in aanwezigheid van de Amsterdamse gasten op school wordt aangesneden blijkt het grootste deel van de leerlingen tegen de politiek van Bush. In de lessen van een, voor Amerikaanse begrippen, zeer linkse humanity-docent worden met overtuiging antikapitalistische toneelstukjes opgevoerd. Maar de leerlingen van de School of the Future komen grotendeels uit de upper-lowerclass, en dan daarbij…New York is Amerika niet. Voor de meeste Amerikanen is gezag heilig. Toch is het goed dat de meeste Amsterdamse leerlingen hun vooraf bepaalde mening over Amerikanen moeten bijstellen. De gewone bevolking is niet arrogant, de overheid is arrogant.
Op het gezagsterrein moet ik een privé nederlaag slikken. Mijn 17-jarige zoon heeft gevraagd of ik een trui wil meenemen van de New Yorkse brandweer of politie. Mijn tegenvraag of het ook een apie mag zijn, ging langs hem heen. Een politietrui nota bene. En dat vraagt mijn zoon. Mijn wijze lessen die tot doel hadden om hem een gezonde dosis wantrouwen bij te brengen tegenover geüniformeerd gezag zijn door de beelden van 11 september en de naweeën van de gebeurtenissen in rook opgegaan. Ik troost me met de gedachte dat overdreven ontzag voor gezag in één klap kan omslaan in minachting. Zoals ik merkte toen een witte agent meedogenloos de gehele voorraad illegaal gekopieerde cd’s in beslag nam die op straat werden verkocht door een benedenmodale zwarte sjacheraar. Ze liggen overal. In Harlem zijn vooral de zwarte hiphop artiesten in trek, in Jackson Heights in het stadsdeel Queens ligt de nadruk op Latino-sterren, en in Chinatown is alles te koop. Veel leerlingen doen er hun voordeel mee. Zoals ze ook de typische New York cultuur opsnuiven in een comedy club, bij de verplichte toeristische attracties, een off-off-off Broadway toneelstuk en een heuse Broadway voorstelling. Gratis, omdat een meisje dat afgelopen lente bij Het Amsterdams Lyceum op bezoek was haar College betaalt door in het theater de toeschouwers hun plaats te wijzen.
Ook het slotakkoord van de dagen levert een verwarrend beeld op. Acht tamelijk slonzig geklede Amsterdammers die zich in een witte stretch limousine naar het vliegveld laten rijden.