In de afdeling ‘Backstage’ van het Beatlemania museum in Hamburg hangt een schilderij van Klaus Voormann waarop we een totaal uitgeputte John Lennon zien met zijn hoofd op een bord met bacon en eieren. Zijn hand met een nog brandende sigaret hangt slap in de asbak, de koffie staat onaangeroerd. The Beatles in Hamburg, begin jaren zestig.
In die Noordduitse havenstad speelden ze maanden achter elkaar 6 uur per avond rockcovers en werden zo een hechte rockband met gevoel voor harmonische samenzang, daar verruilden ze hun vetkuif voor het befaamde Beatles-kapsel, daar maakten ze hun eerste plaatopnamen (als back up voor de populaire Tony Sheridan), en daar werd in de samenstelling geschoven, zodat John, Paul, George en Ringo overbleven.
‘Ik ben in Liverpool geboren, maar in Hamburg volwassen geworden’, heeft John Lennon altijd gezegd. Op de Reeperbahn, waar The Beatles hun tamelijk onschuldige jongensjaren van zich hebben afgeschud, is onlangs in een voormalig Erotica Museum het Beatlemania museum geopend. Na jaren, waarin slechts een enkel gevelbordje aan de Hamburgse jaren van The Beatles herinnerde, profileert Hamburg zich nu terecht als een ware Beatles-stad.
Bij de ingang wordt een foto van de bezoeker gemixt met een afbeelding van zijn favoriete Beatle en die wordt in het bezoekerspaspoort geplakt. Met een chip in het paspoort worden video-interviews gestart, in een namaak Apple Studio neem je een zelfgezongen Beatles-nummer op, en je kunt gefotografeerd worden in de levensgroot nagebouwde hoes van Sgt. Pepper naast bijvoorbeeld Lenny Bruce, Bob Dylan of Karl Marx. Kortom, het is een vrolijk museum, waar de oudere fans ook hun (klein)kinderen mee naartoe kunnen nemen. Die zijn desnoods een tijdje te stallen op de verdieping die is omgebouwd tot een Yellow Submarine. Tegen de buitengevel van het museum hangt een 22 bij 8 meter opblaasbaar exemplaar van de onderzeeboot. Het museum is daarom makkelijk tussen de sex- en speelautomaathallen te herkennen.
De vijf etages van het museum geven een heel behoorlijk overzicht van het Beatles-decennium, maar de bovenste twee verdiepingen zijn het meest interessant. Daar wordt heel levendig het verhaal verteld van de Engelse bandjes die vanaf 1960 naar Hamburg werden gehaald om in het intensieve clubcircuit te werken. Tussen 1960 en 1962 zijn The Beatles vijf keer voor enkele maanden in Hamburg geweest. Tijdens de eerste ronde (als vijfmansband met Pete Best op drums en Stuart Sutcliff op bas) speelden ze in de (nog bestaande) clubs Indra en Kaiserkeller. Daar leerden ze Ringo Starr kennen, de drummer van Rory Storm & The Hurricanes. The Beatles sliepen op legerbedjes in twee kleine kamertjes zonder raam in een sex- en westernbioscoop. Zij raakten nauw bevriend met op Franse Existentialisten gerichte kunstenaars als de fotografe Astrid Kirchnner en Klaus Voormann, die de hoes van Revolver ontwierp en die als muzikant op vele Beatle-solo-albums te horen is. Met vrijwel alle Duitse hoofdrolspelers in die tijd, waaronder ook affichemaker Erwin Ross, die het Beatles-logo met de uitspringende ‘T’ heeft ontworpen, zijn interviews te zien. De eerste ronde eindigde toen de zeventienjarige, illegaal verblijvende George Harrison het land werd uitgezet en kort daarna ook Pete Best en Paul McCartney na een aanklacht wegens brandstichting. Bij elke nieuwe Hamburgse speelperiode werden de clubs en de behandeling beter en de faam groter. Halverwege hun Duitse tijd nam Brian Epstein de groep onder zijn hoede en daarna ging het razendsnel.
Het geschiedenisverhaal wordt ondersteund met aardig (een aandoenlijke ansichtkaart van Ringo aan zijn oma, met drie taalfouten in één zin) en interessant materiaal, waaronder het platencontract met producent/orkestleider Bert Kaempfert en gesigneerde afrekeningen. Loop na afloop met het gidsje Beatles in Hamburg door de buurt en stap de kerk binnen waar Lennon en McCartney nog van de preekstoel hebben gepiest.
Beatlemania Hamburg, 7 dagen per week geopend. www.beatlemania-hamburg.com
Ulf Krüger: Beatles in Hamburg. Ein kleines Lexikon (Richter Verlag)