Ja, waar was Najib Amhali?


Geplaatst in Theaterrecensies op .

Waar was ik?
Najib Amhali.
Koninklijk Theater Carré Amsterdam 16-4-2019
Tournee: www.najibamhali.nl

Het was de week van de wederopstanding van de diep gevallen, verguisde Tiger Woods. Het was de avond waarop Ajax een veel grotere tegenstander versloeg. Het was de show waarmee Najib Amhali bewees dat hij de weg weer terug heeft gevonden nadat hij volkomen verdwaald is geweest en groggy in de hoek heeft gelegen. In Carré kwam alles samen. In de eerste vijfentwintig jaar van zijn loopbaan had Najib Ahali slechts twee shows moeten afzeggen, maar twee jaar geleden werd in één keer een streep door honderdtwintig shows gezet. Met Waar was ik? laat Amhali zien dat hij er nog steeds toe doet, sterker nog: dat hij een geweldige cabaretier is.
Una paloma blanca heeft geklonken, Najib Amhali komt het podium op en neemt het ovationele openingsapplaus van een afgeladen Carré in ontvangst. ‘Ik krijg er kippenvel van. Eh… van de wedstrijd.’ De basis van Amhali’s comebackshow is zijn verstikkende gok- en cokeverslaving, waarmee hij er ‘twee Ferrari’s doorheen gejaagd heeft.’ Maar ook Juventus-Ajax komt met regelmaat terug. Amhali reageert volkomen ontspannen als iemand de tussenstand door de zaal schreeuwt, en later zegt hij dat hij nu maar even snel de show afraffelt, want hij wil de tweede helft kijken.
Er hangt een gemoedelijke, warme sfeer in Carré waar een verloren zoon in de armen wordt gesloten. En die zoon weet precies wat hij moet meebrengen om alles weer goed te maken, zowel voor hemzelf als voor zijn trouwe aanhang: een heftig persoonlijk verhaal over het dieptepunt in zijn leven, over de verslaving, die als een sluipschutter toeslaat op een zwak moment en zo je leven vergalt. Maar het verhaal wordt door Amhali wel opgediend met een fantastische humorlaag en met veel zelfspot en zijpaadjes, waardoor de ontboezemingen uitstekend te verteren zijn voor een publiek dat Amhali tot voor kort eigenlijk alleen maar kende als die zorgeloze succesvolle cabaretier.
Ik haat de boer die het verbouwde
De smokkelaar die het versjouwde
De dealer in Abcoude
En mezelf die z’n neus volstouwde
Amhali neemt ons terug naar de flat in Krommenie waar hij is opgegroeid. Waar elk dubbeltje omgedraaid moest worden, waar een fout Lacoste krokodilletje op een goedkoop T-shirt werd genaaid en waar nooit de echte vissticks van Kapitein Iglo op tafel kwamen, maar de ‘visniks’ van de Aldi. We zien een berg grof vuil, waar de kleine Najib een drumstel van wist te maken. Vol ironie vertelt hij dat er in de galerijflat nu voornamelijk Polen en Bulgaren wonen en dat je je er als Marokkaan niet meer veilig voelt.
Met slim in elkaar gezet beeldmateriaal zien en horen we de vliegtuigen die rakelings over de flat vliegen richting Schiphol. En we zien zijn oude buren uit de flat, die over de galerijen lopen en de lift naar het podium nemen. Het zijn vertrouwde personages uit het oeuvre van Amhali, zoals de overenthousiaste Mo, die zijn theorie ontvouwt en onderbouwt dat de wereld in het algemeen en Nederland in het bijzonder de Marokkanen wel dankbaar mogen zijn voor uitvindingen als het bontkraagje en de blowjob. Zijn oude Indonesische buurman is wel aan het dementeren, maar gooit er nog behoorlijk grappige opmerkingen uit.
Het is een avond vol goed gedoseerd sentiment, met een liefdevol gebaar van Amhali naar zijn moeder en zijn vrouw, en een hoofdrol voor zijn zoontje Noah. Die is misschien als voetballer niet al te getalenteerd, maar hij verovert wel alle harten als we hem stijf hand in hand met zijn vriendje van het begin- tot eindsignaal van de wedstrijd van ‘de FC Kansloos’ over het veld zien dartelen. Als we Najib Amhali op het podium, min of meer hand in hand met zichzelf, over het podium zien fladderen, lijkt ook hij die onbevangenheid weer te hebben heroverd, en daar kan iedereen blij mee zijn.