Kleurloze vertolking van het fijngevoelige werk van Wilmink


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

Willem Wilmink…goochelaar door het Amsterdams Kleinkunst Festival, muzikale leiding: Alberto Klein Goldewijk, regie: Evert de Vries. Theater Bellevue Amsterdam, 13 april. Aldaar t/m 22 april. Tournee.

Aan Willem Wilmink ligt het natuurlijk niet. Hij heeft de meest schitterende gedichten/liedteksten geschreven. Ze zijn het resultaat van een gouden pen, Twentse nuchterheid en romantische fijngevoeligheid. Hij behandelt zware onderwerpen op een lichte toon, zonder dat het daardoor oppervlakkig wordt. Exemplarisch is de tekst over de joodse goochelaar Ben Ali Libi. In deze weemoedige, schrijnend-ironische tekst maakt Wilmink de rassenleer van de nazi’s belachelijk. Wilmink schreef de parels in het repertoire van onder meer Don Quishocking en Herman van Veen en was een van de pijlers van ‘volwassen kinderprogramma’s’ als de Stratemakeropzeeshow en J.J. de Bom.
Het is ook niet de schuld van pianist Alberto Klein Goldewijk, ook al klinkt de martiale marsmuziek in De Oude School tamelijk bezopen. Die nare hardheid staat haaks op de melancholieke tekst, die door Don Quishocking onsterfelijk is gemaakt.
Regisseur Evert de Vries heeft een aardige opzet bedacht voor dit programma. Vier artiesten gaan op zoek naar het wezen van de teksten van Wilmink. Ze zingen zijn liedjes en ondervragen Wilmink-kenners als George Groot (Don Quishocking), Jenny Arean, Herman van Veen en Vic van de Reijt. De laatste heeft Wilmink als docent aan de Universiteit van Amsterdam meegemaakt, waar hij zich onderscheidde van de fantasieloze links-ideologische collega’s door zijn studenten de liefde bij te brengen voor Kees de Jongen en smartlappen.
De interviews met de kenners, die op een groot scherm worden vertoond, zijn mooi gemonteerd en verhelderen het beeld van de in 2003 overleden dichter.
Blijft over de vier uitvoerenden. Daar gaat het echt helemaal mis. De teksten van Wilmink verdragen geen kleurloosheid. Het kwartet, dat afkomstig is van diverse theateropleidingen, lijkt nauwelijks affiniteit met het werk van Wilmink te hebben, waarbij de stemmen van de twee dames ook nog eens heel wankel zijn.
Het is bekend dat het Amsterdams Kleinkunst Festival moet rondkomen met een zeer beperkt budget. De organisatie is zeer inventief om er toch iets moois van te maken. Maar dit Wilmink programma schreeuwt om een professionele uitvoering. Zo blijft het steken op het niveau van een aardige en waardevolle les op de Akademie. Zonder publiek.