Als de klassiek geschoolde vocalist zich een beetje geneert, dan is Karel de Rooij niet te beroerd om zelf de tong van de zanger een sjor te geven, zodat deze ver uit de mond komt te hangen, waardoor een hartgrondig bwhaaahh kan worden geproduceerd. Dan worden de groteske gelaatsuitdrukking en de woeste tikken op armen en ellebogen toegevoegd, en we hebben een Nederlandse zanger die de rituele klanken en bewegingen van de Nieuw-Zeelandse Maori met een mooi klassiek liedje combineert. Ook dat is variété.
Als Mini & Maxi kregen Karel de Rooij en Peter de Jong meer dan dertig jaar een wereldpubliek aan hun voeten met hun muzikale, woordloze tragikomische shows. Karel de Rooij: ‘Wij hadden Van Kooten & De Bie en Freek de Jonge hoog zitten en wisten dat wij dat tekstueel nooit zouden redden. Daarom hebben wij de tekst uit onze voorstellingen geschrapt.’
In 2003 kreeg De Jonge een nekhernia en was het afgelopen met de zware fysieke nummers. Daarmee leek ook het variété in Nederland definitief ten einde. Variété heeft een ietwat belegen klank, terwijl het in feite niet meer betekent dan een gevarieerde amusementsvoorstelling, een combinatie van muziek, acts, humor en mime.
Gelukkig hadden vier jongens op de Amsterdamse Kleinkunstacademie nog oog voor deze theatertraditie en werden in contact gebracht met hun voorbeelden. Peter de Jong begeleidt al vele jaren de programma’s van de Ashton Brothers, die de moderne erfgenamen van Mini & Maxi kunnen worden genoemd.
Maar er bleken meer artiesten te zijn die hun muzikale programma een theatraal variété-impuls wilden geven. En zo kwamen de percussionisten van Percossa, De Wereldband en bandeonist Carel Kraayenhof bij Karel de Rooij terecht. De (voorlopig) laatste in dat rijtje is de zanggroep Frommermann, die vanavond in première gaat met het programma Pak Aan!
De Rooij: ‘Zeg nooit tegen een muzikant dat hij dans- of acteerles moet volgen, want dan ben je hem kwijt. De muziek mag nooit minder klinken door de dingen die ik erbij verzin. Maar als je vanuit de muziek de beweging toevoegt, dan lukt het wel om hem te laten dansen en acteren. Frommermann heeft een nummer over vijf zangers met een spraakprobleem: slissen, de hik, stotteren, neus ophalen en Gilles de la Tourette. Zo’n nummer is geknipt voor een clowneske aanpak.
‘Samen met Hans Minnaert, ooit solist bij het Internationaal Danstheater voegen wij aan de liedjes allerlei internationale danselementen toe, zoals het ritmisch op het lijf trommelen uit de Hongaarse dans. Ze moeten fysiek worden bijgespijkerd, zodat ze twintig keer door de knie kunnen en het hele podium kunnen gebruiken.’
De mannen van Frommermann komen naast hun aparte werk voor diverse operagezelschappen een paar maanden per jaar bij elkaar voor een korte tournee. Hun muzikale kwaliteit is hoog en dat is voor De Rooij ook een voorwaarde om met ze aan de slag te gaan.
De artistieke kwaliteit kan in Nederland volgens De Rooij nog hoger als het mes gaat in het aantal kunstopleidingen en er meer specialiteiten komen. ‘Het is niet goed dat er twee circusopleidingen en zo veel toneelscholen en conservatoria zijn. Nu worden studenten aangenomen, waarvan je weet dat ze niet goed genoeg zijn, alleen omdat een docent twintig leerlingen moet hebben. Maar er mag natuurlijk niet bezuinigd worden op het cultuurbeleid in de buurten.
‘Kunst is niet meer dan verbazing en verwondering. Je moet oh of ah kunnen zeggen. Als kind maak je dat vaak het eerst mee in het circus. Daarna hoop je dat je door je opvoeding met andere kunstvormen in aanraking kan komen waarbij je datzelfde gevoel weer mag ervaren. Creativiteit moet je ontwikkelen en dat kan alleen via de kunst.’
Pak Aan! door Frommermann, regie: Karel de Rooij, choreografie en regie assistent: Hans Minnaert,vanavond première in Philharmonie Haarlem. www.frommermann.nl