Nieuwe theatertent van Flip Jansen


Geplaatst in Theaterreportages/interviews op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

Corona-4Het begon met een beetje doedelen in de trein. Flip Jansen (67) maakte een schetsje van de theatertent van zijn dromen. Er zijn nogal wat jaren verstreken voordat het tekeningetje is omgezet in een tastbaar resultaat: de Corona. Dat is niet zo gek, want Jansen is een einzelgänger. Hij is smid, timmerman en elektricien, die alles het liefst in zijn eentje doet, hooguit bijgestaan door zijn dochters Clara (24) en Berber (22), die op termijn zijn eenmansbedrijfje zullen overnemen.
Afgelopen weekend stond de tent te pronken op het artistieke bedrijventerrein Het Domijn in Weesp. De Corona is een stijlvolle en intieme theatertent in de vorm van een rond amfitheater, met ingebouwde bar en kassa, uitstekende akoestiek en 350 zitplaatsen. In de meeste theatertenten moet je als een haas naar de bovenste rij hollen om je te verzekeren van een steuntje in de rug, maar in de Corona staan ergonomisch verantwoorde bankjes met rugleuning. De tent wordt ondersteund door een ingenieus vlechtwerk van buizen.
Jansen: ‘Ja, dat is een kunststukje, waar circusacts aan kunnen hangen. Maar het is niet zo maar onnodige kunstzinnige symmetrie. Gebogen ronde buis is de sterkste vorm die je van licht materiaal kunt maken, dus deze lichte dakspanten zijn makkelijk door een of twee man te hanteren. Een spant van ruim negen meter weegt minder dan 40 kg. Door dunwandige ronde buis te gebruiken creëer je de maximale stijfheid, die zowel druk als trek als zijwaartse krachten kan opvangen. Italiaanse bouwers van kermisattracties gebruiken dat principe in alle daken van de botsautotenten. ‘De cirkel is als vorm ook weer de sterkste vorm voor het geheel. Alle krachten worden in de cirkel gebundeld en door alle spanten doorgegeven. Dit principe leidt vanzelf tot symmetrie. Alle segmenten van de cirkel hebben dezelfde vorm en zijn daardoor makkelijk uit te wisselen en stapelbaar, en in eenzelfde routine te bouwen. Met een minimum aan materiaal wordt een maximale vrije overspanning gecreëerd. De Mongoolse yurt en de Amerikaanse tipi gebruiken trouwens al duizend jaar hetzelfde principe. Het vereist een groot vakmanschap van de staalconstructeur en vooral de verbindingen eisen veel van de ontwerper. Het geheel moet in handzame stapelbare delen soepel in- en uitelkaar kunnen. Dat geldt voor alle tentdelen. Het had voor een derde van het geld gebouwd kunnen worden als je daar op dat moment aan voorbij gaat.’
Over de exacte kosten van de Corona zwijgt Jansen. ‘Bedragen zijn bedrieglijk. Als je iets koopt is het belangrijker om je af te vragen wat je er aan hebt dan wat het kost. Hollanders zijn geld fetisjisten. Ga maar eens luisteren in de Tweede Kamer of naar Tussen Kunst en Kitsch op televisie. Als de antiquair een uiteenzetting geeft over een antiek voorwerp is men nauwelijks geboeid maar iedereen houdt de adem in als hij dan uiteindelijk het bedrag gaat noemen wat een verzamelaar er misschien wel voor zou betalen.’
Geld, of meer het gebrek aan geld speelde een rol in het begin van de carrière van Jansen. Na de filmacademie heeft hij een aantal korte films gemaakt. Maar het subsidiesysteem, waarbij hij op geld moest wachten voor een film, terwijl hij het scenario voor een volgende film al klaar had, werkte op zijn zenuwen. Hij zag meer brood in de muziek. Met diverse feestbandjes, zoals De Roomsoezen, kwam hij in de theatertentenwereld van de Boulevard of Broken Dreams terecht en speelde daar mee met een voorstelling van het Werkteater.
‘In dat tentencircuit kwam liep ik tegen De Spiegeltent op, een Belgische tent, die als chique danssalon voor het volk werd gebruikt. Ik heb een jaar aan die bouwval gesleuteld, en daarna werd die tent het kloppend hart van de Boulevard of Broken Dreams, dé ontmoetingsplek, het partycentrum. Toen de Boulevard failliet ging reisde ik met die tent door West Europa, Australië en Nieuw Zeeland. Zo ben ik eigenlijk tentenbouwer/verhuurder geworden.’
Daarna werd de Bosco-tent (‘een bergje brandhout’) aan het aanbod toegevoegd, een klein circustentje, uitermate geschikt voor onconventioneel theater in de Festival of Fools-sfeer. Maar op de festivals in Edinburgh (‘Wat Frankfurt is voor de boekenwereld is Edinburgh voor het alternatieve theater’) en down under hoorde hij steeds vaker de klacht dat er wel erg weinig kaartjes verkocht konden worden. En toen kwam dat tekeningetje in de trein.